28 december 2007

Bericht 27 | Contradictie

We zijn weer terug in Nederland. Het is 40*C temperatuurverschil met Oost-Afrika, maar dat is niet de enige contradictie. Want minstens zo groot als het verschil in temperatuur is het verschil tussen de mensen en de bezittingen ervan.

Terug zijn is vele malen moeilijker dan ik had verwacht. In Kenia lijkt de Westerse wereld zo ver weg. Sta je niet stil bij het feit dat iedereen een overdaad aan eten koopt voor de kerstdagen. Maar een aantal dagen na terugkomst stond ik in de supermarkt. Om me heen hoorde ik iedereen klagen over het feit dat een (voor mij onbetaalbare) zalm uitverkocht is. Ik luisterde verder... Sporadisch hoorde ik ook een klacht dat het toch wel erg duur was. Maar het meeste domineerde de klacht dat ze nog veel meer hadden willen kopen en dat de voorraad in de winkel zo mager is.
Op een gegeven moment wilde ik niets liever dan mijn oren met mijn handen bedekken en huilen.

Ik was gewaarschuwd voor de omgekeerde cultuurshock. Maar eerlijkheidshalve moet ik bekennen deze te hebben onderschat. In de tijd dat je je in Kenia bevind denk je wel terug aan Nederland en zijn welvaart, maar toch is die parallelle wereld enorm ver weg. Hier in Nederland kom je met een schok in de 'werkelijkheid' terecht.

Maar is dit de werkelijkheid? Is dit wat wij willen dat werkelijk is?
Hoe kijken jullie daar tegenaan?

Ik kan nog wel even doorgaan met een 'anti-teveel-te-bestedings-campagne'. Ik las gisteren in de krant dat er straks €5,- per seconde de lucht in wordt geschoten als de klok op 31 december 12 keer slaat. Dat is elke seconde een voedselpakket de lucht in schieten waar een gezin een week van eten kan!

De krant lezen is op zich een vrij frustrerende bezigheid: wat ik ook las was het bericht dat heel Nederland zich nu vol loopt te eten, maar in de wetenschap dat deze zelfde volgepropte mensen vanaf 1 januari -als kuddedieren- weer de dieetprogramma's van Sonja Bakker en elke andere diëtiste nalopen.

Cynisch? Ja ik weet het... Maar ik voel me vooral gefrustreerd. Toen ik in Kenia was had ik het gevoel dat ik voor de mensen iets betekende. Hier voel ik me vooral machteloos.
Wij zijn nog niet klaar voor de welvaart van Nederland. Gelukkig kunnen wij dit nog even uitstellen... De wetenschap dat wij 15 januari weer in een vliegtuig zitten is een opluchting.
De werkzaamheden in India zullen zeer anders zijn. Daar hebben we meer te maken met ouderloze kinderen (lees: 306 weesmeisjes). Veel van hun hebben hun ouder(s) vermoord zien worden omdat die christen waren.

Wat we daar precies gaan doen weten we nog niet helemaal. In ieder geval mogen wij degene zijn die ze aandacht en broodnodige liefde geeft.
Zoals het er nu naar uit ziet zal ik (Jisca) mijn kunstacademie-achtergrond gaan benutten door les te gaan geven in kunst en tekenen. Arie gaat mogelijk technieklessen geven.

05 december 2007

Bericht 26 | Goodbye kisumu, Kenya!


Het zit er op: Tassen zijn gepakt, goodbye's gezegd.

De nodige tranen zijn gelaten. Maar... zoals een van onze lieve Afrikaanse 'moeders’ zei: “As you leave, go with God. But know that you will remain in Kenya, in my heart!”

Ons eerste avontuur zit erop. Maar we hebben gelukkig een goed vooruitzicht. Of op zijn Keniaans gezegd: “There is something good cooking”. Dat houden we nu maar voor ogen...

Nyasaye oriti!!

Arie & Jisca

03 december 2007

Bericht 25 | Afscheid

Wij zijn hier nu bijna 6 maanden en het is tijd geworden om afscheid te nemen. Begin december zullen we Kisumu verlaten. Het lastigste is om gedag te zeggen tegen al die mensen met wie je een band hebt opgebouwd. Het is ook niet gemakkelijk om je projecten los te laten.
Gelukkig hebben we een goed vooruitzicht: We hebben erg veel zin in onze vakantie, de tijd in Nederland en ook in de projecten die volgen.

We hebben veel geleerd en ook veel kunnen betekenen voor de organisatie. Dit half jaar in Kenia zullen we meenemen als een kostbare herinnering.
We hebben veel meegemaakt. Aan het einde van de dag concludeerden we soms dat het leek alsof het drie dagen waren. Aan de andere kant moeten we constateren dat het half jaar heel erg snel is gegaan. Het lijkt nog maar kort geleden dat we kwamen. Toch zijn we helemaal gewend geraakt aan het wonen hier en het klimaat zullen we ook zeker missen. Evenals de hartelijkheid en de flexibiliteit van de Keniaanse mensen.

Maar het meeste zullen we missen onze lokale vrijwilligers die ons een groot voorbeeld hebben gegeven. Zij hebben weinig, vaak niet eens een baan en ze presteren het nog steeds om weg te geven aan de mensen in de ‘community’ die nog minder hebben. Wij geven alleen maar weg van onze overvloed, zij geven meer weg dan ze weg hebben te geven.

26 november 2007

Bericht 23 | Positief


Ik weet dat ik vaak de negatieve verhalen schrijf. Dit helpt me ook. ‘Van je af schrijven’ krijgt hier een lettelijke betekenis. Toch hebben we hier ook veel goede momenten.

Ik (Jisca) heb een supportgroup op kunnen richten. Allemaal patienten en voormalig patienten die samenkomen, bijbelstudie hebben, maar ook plannen maken hoe ze hun leven weer op kunnen pakken. De eerste hebben zich nu ingeschreven voor een cursus en een lening om hun bedrijf weer nieuw leven in te blazen. Er nemen nu al meer dan 30 mensen deel aan de groep. Allemaal mensen die het heft weer in eigen handen willen nemen en die een toekomst willen.

Het voelt geweldig om een patient weer het ziekenhuis uit te halen. Zeker wanneer je enige keren in een ziekenhuis hier bent geweest wil je niets liever dan je patienten daar weer weg halen. Het is geweldig om te zien hoe iemand die het ziekenhuis ingedragen werd, weer op eigen kracht het ziekenhuis uitloopt.

Het is hartverwarmend om onze wezen om je af te zien rennen. Je hoort ze trots tegen hun vriendjes zeggen dat jij hún Mzungu (blanke) bent. Hun glinsterende oogjes zien wanneer je hun een Bijbelverhaal verteld. Een klein hoofdje dat in vertrouwen tegen te schouder rust.

22 november 2007

Bericht 22 | Arie Junior Ochieng

Er is een nieuwe Arie op de wereld.

John, een van onze lokale vrijwilligers heeft namelijk vorige week een zoon gekregen. In Luo-traditie is het niet ongebruikelijk om je kind te vernoemen.

Het gebruik is als volgt: Je vernoemt je kind naar een vriend. Deze komt langs en houdt hem vast terwijl hij een zegen uitspreekt over het kindje. Hierdoor zal het kind het karakter krijgen van degene naar wie hij vernoemt is.


Helaas kunnen we niet controleren of Arie junior een copie van Arie wordt.


21 november 2007

Bericht 21 | Wondzorg

Vaak kan ik er tegen, maar sommige dagen kom je thuis en dan barst je in huilen uit. Dat is de enige manier om te verwerken wat je die dag gezien hebt.
De beelden jagen je op en laten je niet met rust. Je wilt je ervaringen opschrijven, maar je pen hapert op het moment dat je het papier raakt. Beelden volgen elkaar op en zijn niet in woorden om te zetten. En zo draag je deze met je mee. Soms voor een paar uur, soms voor een paar dagen. Tot de beelden langzaam vervagen en woorden vormen. En de woorden een verhaal gaan vertellen. Ze schrijven geschiedenis. Worden een herinnering.
Ik kan nu nog niet de woorden vormen voor de dingen die laatst in Ombeyi heb gezien tijdens de momenten dat ik wondzorg deed.

Zoals een man die binnen komt stompelen, hij laat een gapende diepe wond laat zien die bijna tot aan zijn bot komt. Een ontstoken wond waarin je het pus letterlijk ziet gutsen. Tegelijkertijd zit er een jongetje krijsend op zijn beurt te wachten. Zijn hele beentje is een week geleden verbrand doordat er smeltend plastic tegenaan is gekomen. Het hele beentje is een geinfecteerd oppervlakte geworden. Je ruikt de ontsteking en je ziet de enorme schade. Dan breekt je hart. Vooral als je hoort dat ze beide niet naar het ziekenhuis willen.
In de arme gedeelten van Kenia gaan mensen alleen naar het ziekenhuis als ze op sterven liggen. Zo komt het dat bijne iedereen die naar het ziekenhuis gaat, daar ook sterft. Hierdoor assioceert men het ziekenhuis met de dood.

Ik heb deze mensen zo goed geholpen als ik kon, maar je weet dat ze eigenlijk naar het ziekenhuis moesten. Je voelt je op die momenten zo machteloos. Daarom probeer ik tijdens de wondzorg te genieten van het feit dat ik voor al die wezen en armen kan zorgen. Dat ik kan laten zien dat ik om ze geef.

20 november 2007

17 november 2007

Bericht 20 | Een leven weggeglipt

De man waar ik in mijn vorige bericht over schreef is overleden. Er is wederom een leven tussen onze vingers doorgeglipt….

Onmacht.

In het leven hier wisselen dood en leven elkaar af in een tempo waar ik nog niet helemaal aan gewend ben.

En toch weet je dat je gedaan hebt wat je kon doen. Als mens zijn we niet toereikend, we kunnen alleen een helpende hand bieden. Helaas hebben sommige van onze patienten niet meer de kracht om die uitgestoken hand aan te pakken.

28 oktober 2007

Bericht 19 | Woorden overbodig





De man op deze foto gaat heel erg snel achteruit. Ik denk dat woorden hier overbodig zijn. Beelden zeggen meer.

Wat kun je dan doen?
Wat kun je meer doen wat eten geven?
Wat kun je meer vertellen dan dat er Hoop is?

Bericht 18 | Een greep uit afgelopen week

Afgelopen week is het algemene ‘Care and Compassion’ (C&C) handboek is afgerond. We hebben mijn (Jisca) C&C collega uitgezwaaid en na weken rapporten en manuals te hebben geschreven gaan de ‘normale’ werkzaamheden als C&C coördinator weer beginnen.

Het is onvoorstelbaar hoeveel verdrietige verhalen je hoort en hoeveel schrijnende situaties je kunt zien in een week.
Een greep uit afgelopen week:

Caroline (di)
Haar dochter is net begraven (zie bericht 14) of haar andere dochter (6 jaar) wordt heel erg ziek. Bovenop malaria heeft ze tyfus gekregen. Medicijnen zijn te duur, dat kunnen ze zich niet veroorloven. Wel heeft het Caroline het zetje gegeven om haar drie jongste kinderen te laten testen op HIV/Aids. Wat een schok kreeg ze toen ze er achter kwam dat alle drie haar kinderen positief zijn!
Ik kan het gevoel van oneerlijkheid niet onderdrukken! In mijn ogen zijn kinderen onschuldige slachtoffers.

Zo ook Dennis, het zoontje van een van mijn patiënten. Zijn vader is overleden door Aids. Zijn moeder is ook besmet en hij ook. Zijn moeder is verslaafd aan alcohol en is niet goed in staat voor haar kinderen te zorgen.
Laatste weken zien we hem met zienderogen achteruit gaan. Hij is sterk vermagerd. Wat kun je doen? Je brengt ze eten. Je zorgt dat hij en zijn kleine zusje in ieder geval wat van het fruit eten zodat je zeker weet dat ze wat gegeten hebben voor die dag. Verder vertel je hem het verhaal van de Goede Herder. Dan moet je weer gaan want er zijn nog meer patiënten die bezocht moeten worden.

Jackline (wo)
Stel je bent 23 jaar oud. Weduwe. Je hebt drie kinderen van je overleden man. Recentelijk ben je bevallen van je vierde kindje. Vader onbekend.
Elke week brengen wij wat eten, maar of het voldoende is om de week door te komen? En hoe moet de huishuur betaald?
Ze stond huilend aan de poort. Haar twee jongste kinderen waren ziek en haar huishuur was al twee maanden niet betaald. Is ze nu genoodzaakt om prostituee te worden?

Wezen (do)
Donderdag is de dag dat we naar Ombeyi gaan, een dorpje tussen de rijstvelden. Daar is ook een wezenschool. Ik deed daar de wondzorg voor die kinderen. Onvoorstelbaar hoeveel er nare wonden hadden, veel ook omdat ze besmet zijn met HIV/Aids.
Edwin (vrij)
Haast elke dag deze week ben ik naar het ziekenhuis geweest om een van mijn patiënten te bezoeken, Edwin. Een van de opportunistische ziektes die je kunt krijgen als gevolg van Aids is huidkanker. Edwin heeft hier last van.
Maar het gaat nu steeds beter met hem. Elke dag wordt er dan beloofd dat hij naar huis mocht. Maar vrijdag wat het dan eindelijk zo ver. Ik was erg blij dat ik hem eindelijk daar weg kan halen. Zeker omdat er nu ook een andere man in zijn bed gelegd was. Verder is zo’n zaal ook zo onhygiënisch en de ziektes die je daar ziet zijn bijzonder afschrikwekkend.

Het was een heel avontuur om Edwin daadwerkelijk uit het ziekenhuis te krijgen. Het begint met het betalen van de rekening. Veel mensen die in het ziekenhuis liggen hebben geen idee hoe ze de rekening moeten betalen en proberen te ontsnappen. Dus alle gangen in het ziekenhuis hebben hekken met tralies met grote sloten eraan zodat patiënten niet weg kunnen lopen. Zelfs als Edwin had willen ontsnappen had hij niet ver gekomen. Zijn conditie was erg slecht. In Nederland zou je nooit uit het ziekenhuis worden ontslagen, maar hier wordt er van je verwacht dat je doodleuk vier trappen af wandelt. Niet iets waar Edwin toe in staat was. Na twee stappen naast zijn bed viel hij al bijna flauw. Ik zag echt niet gebeuren dat hij op eigen kracht naar de auto zou kunnen lopen. Dus zo begon de lang durende zoektocht naar een rolstoel. Zaal na zaal afgezocht naar zo’n ding. En eindelijk dan een gevonden.
Liften hebben ze niet in het ziekenhuis, dus dat betekend dat je met zo’n rolstoel hellingbanen af moet. Ik vond het een erg zielig gezicht, zo’n verzwakt iemand die bijna voorover de stoel uit valt omdat hij zelfs de kracht niet heeft om rechtop te blijven zitten. De ene controle na de andere die et ziekenhuis ervan moet verzekeren dat de rekening wel degelijk betaald is. Toen ik Edwin over de gangen duwde heb ik afdelingen gezien die ik liever nooit had gezien.
Afdelingen waar mensen gewoon op de grond liggen in plaats van in bedden. Waar mensen schreeuwen en huilen van de pijn. Waar de stank enorm is en de bloedspetters tot in de gang zitten. Ik was echt heel erg blij dat ik Edwin daar weg kon halen.

Wat is het bijzonder dat wij hier een helpende hand mogen bieden!

16 oktober 2007

Bericht 17 | Ontwikkelings- en zendingswerk verlengt

Ons eerste project heeft ons laten inzien hoe nuttig vrijwilligers kunnen zijn. Met alleen het geven van geld komt de hulp nog niet bij de mensen terecht. Vrijwilligers spelen een essentiële rol in het -helpen met- runnen van een organisatie. Dit kan zijn vanaf het verlichten in de werkzaamheden tot het ontwikkelen van nieuwe werkwijzen.



Zo is het idee ontstaan om, aangezien we straks -na India- al aan de andere kant van de wereld zitten, nog een derde project te doen. Voorwaarde was dat ze vrijwilligers echt nodig hebben. Ook wilden we graag in Azie werken omdat we daar dan al zitten en onze transportkosten dus beperkt blijven. Ons is het project ‘Living Water Village’ onder ogen gekomen. Dit project is op het Indonesische deel van het eiland Borneo.


Citaat van de website:

‘Living Waters Village is een toevluchtsoord voor verwaarloosde kinderen. Het domein heeft momenteel een oppervlakte van 200 hectare. Er slingeren verschillende kilometers aan wegen over het beboste, heuvelachtige domein. In 2003 is met de bouw ervan begonnen. De bedoeling is dat er huizen komen waar in totaal 1000 kinderen kunnen wonen, er komen scholen waar in 2000 kinderen degelijk onderwijs zullen krijgen, er komt een hospitaal, een bijbelschool, een bakkerij, een kerk…Veel kinderen in deze regio leven in afgelegen jungle dorpen en hebben niet de mogelijkheid om school te lopen. Sommigen lijden aan malaria of TBC en krijgen geen of onvoldoende verzorging. In Living Waters Village krijgen ze onderwijs, verzorging en een evenwichtige voeding.Het kinderdorp wil in zijn eigen onderhoud kunnen voorzien. Daarvoor zijn er moestuinen aangelegd en er zijn fruitbomen geplant die zorgen voor de nodige vitaminen. Er is een werkplaats en een kantoorgebouw.’

Voor meer informatie over het project: http://www.heyboer.org/


Op onze vraag hoe wij ons nuttig kunnen maken binnen dit project, kregen wij het volgende antwoord:

‘Ik heb gezien Jisca dat je interieur designer bent. We hebben heel wat gebouwen die hulp nodig hebben in dat gebied. Rond de tijd dat je hier bent hopen we de kliniek af te hebben en dus heeft het heel wat tlc (tender, loving care) nodig om het operationeel en leefbaar te maken maar met uiteraard wat we hebben en verkrijgbaar is hier in de oerwoud. Arie kan altijd meehelpen met de bouw en administratie en jullie samen met de hele vele kinderen die ontzettend veel aandacht en liefde nodig hebben. Ook zou ik jullie graag mee willen nemen naar enkele stammen om daar wat medisch werk te doen en tevens de gemeente te bemoedigen. De mogelijkheden zijn eindeloos hier.’


Dit project spreekt ons heel erg aan, en we waren dan ook erg blij dat we daar welkom zijn. De duur ervan is afhankelijk van het visum, maar tenminste 2 maanden. Voor onze sponsors: heel erg bedankt voor jullie hulp zo ver. Zonder jullie hadden wij hier niet zo veel mensen kunnen helpen. Wij willen u graag laten weten dat dit derde project onze keuze is en dat geen van onze sponsors zich verplicht hoeft te voelen om ons langer financieel te steunen dan is toegezegd. Echter donaties -voor de projecten- kunnen uiteraard nog steeds geschonken worden via onze rekening.

Reacties zijn welkom.


Vanuit Kenia zenden wij jullie onze hartelijke groeten!

Arie & Jisca

09 oktober 2007

Bericht 16 | Stilte...

Wij beseffen dat het momenteel behoorlijk stil is vanaf onze kant. Via dit bericht willen wij jullie iets meer laten weten van onze werkzaamheden.

Wij zijn drie weken geleden naar Oeganda geweest, en hebben het Christ's Hope kantoor in Kampala bezocht. Dit kantoor is nog in de begin fase, dus wij proberen ze wat op gang te helpen.

Zoals jullie weten is Arie vanaf het begin heel druk met het kantoorwerk. Op dit moment is het voor hem ook een strijd tegen de klok om alle balansen op tijd af te hebben. Het achterstallige werk heeft hij ondertussen weg kunnen werken. Ook alle teams die komen geven hem veel extra werk. Naast alle boodschappen die hij dan doet, moet hij alle uitgaven van het team vastleggen en in de gaten houden. In november komt er weer een team uit Amerika.

Ik (Jisca) ben begonnen als Care & Compassion coördinator, maar hou nu ook Arie gezelschap op kantoor. Mijn nieuwe taak: Vanuit Care & Compassion moet er een General Manual (handboek) geschreven worden, zodat Care & Compassion in alle Afrikaanse landen geïmplementeerd kan worden. Verder wordt mijn tijd vooral gevuld met het schrijven van 'proposals' en 'reports' en het updaten van de al reeds bestaande informatie.

Mochten jullie de verhalen over de patiënten missen, ik mis het contact met de patiënten ook. Ik mis het sjouwen met de zware tassen in de warme zon; het beseffen dat je in Afrika bent en mensen helpt.
Maar... aan de andere kant zijn we beide heel dankbaar dat wij hier zijn, dat we kunnen helpen en dat onze bijdrage structureler is dan dat we hadden verwacht.

29 september 2007

Bericht 15 | Oneerlijke strijd

Benson, één van onze patienten heeft de strijd om leven en dood gestreden. Helaas heeft hij die strijd verloren. Misschien wilde hij ook wel niet meer leven, want wat had het hem te bieden?

Toch voelt het zo oneerlijk. Waarom mocht hij het niet overleven?

Wij hebben met hem mee gestreden om hem in leven te houden, maar het was al te laat.
Wij hebben hem naar het ziekenhuis gebracht. Hij had een (opportunistische) infectie aan zijn keel dus eten en drinken deed hij al dagen niet of nauwelijks meer. Na het beruchte ‘praten als brugman’ kreeg ik het eindelijk voor elkaar dat hij aan het infuus gelegd werd.
Maar dat was toen geen optie meer, zijn hele arm zwol op dus het infuus moest er weer uit.

Ik had nog geprobeerd de werking van een infuus te kopieren door een drinkoplossing te maken met sportdrankpoeder en O.R.S. wat hij op moest drinken, maar op dat moment had hij het al opgegeven.
De volgende dag is hij gestorven. Hij liet een vrouw en een kind achter. Hij was nog maar 35 jaar.

Hier val je van stil....
woorden schieten toch tekort.

14 september 2007

Bericht 14 | Over het mortuarium en een doodskist

De dochter (15) van een van onze patiënten is overleden. Een begrafenis komt voor de meeste Kenianen dicht bij onbetaalbaar, dus aan ons als Care & Compassion wordt altijd gevraagd wat wij voor ze kunnen betekenen. Wij besloten dat wij voor het transport van het lichaam konden verzorgen.

En zo belandde ik (Jisca) vorige week met onze chauffeur in de matatu op weg naar het mortuarium. Daar aangekomen stond de hele familie te wachten.
Ze gingen het mortuarium in om afscheid te nemen. Terwijl de familie om de brancard heen stond waar het meisje op lag, stonden ze op een brancard daarnaast het volgende lijk klaar te maken. Ik zal het niet omschrijven wat ik daar heb gezien. Ik weet niet of ik aandurf om de confrontatie aan te gaan als ik omzet in woorden wat ik nog op mijn netvlies zie. Het zag er niet respectvol uit. En dertig centimeter van de brancard stond de familie hard te proberen om niet te zien wat er naast hun gebeurde.

Omdat wij verantwoordelijk waren voor het transport van het lichaam ging ik op zoek naar de kist. Nergens te vinden. En niemand die me er iets over kon vertellen. Ik besloot polshoogte te gaan nemen bij het stalletje verderop waar de kist gemaakt zou zijn.

Klein facilitair probleem: de bon van de kist ontbrak. Dus terwijl er een aantal mensen op zoek gaan naar de eigenaar van de bon, en wij wachten totdat wij de kist mee mogen nemen, staan wij een praatje te maken met de eigenaar. Hij zou geen ondernemer zijn als hij mij niet een van de duurste kisten probeert te verkopen. Helaas voor hem ben ik nog niet van plan om er een nodig te hebben, wat hij duidelijk betreurde.

Na een lange tijd kwam er eindelijk een bon tevoorschijn, en daar kwam de kist. Maar zoals de Afrikaanse cultuur al bekend staat: ze waren de afspraken niet na gekomen en de kist was nog niet af!

Twee en een half uur later waren ze eindelijk zo ver. Met de kist achterin het busje en minstens 6 enorme Keniaanse vrouwen bovenop de kist en nog 6 ergens anders in onze auto gepropt togen we naar het huis.

Voorop reed een truck, de laadbak puilde uit met dronken mannen en joelende en gillende vrouwen. Daarna volgde, onder begeleiding van zang en geklap, onze auto.
Als derde volgde nog een matatu, waar oorverdovend op fluitjes werd geblazen.

Non-stop werd de claxon gebruikt om iedereen te laten weten dat er een begrafenis ging volgen. Toen we in hun ‘wijk’ kwamen gingen ze langzamer rijden zodat iedereen mee kon rennen met de stoet. Kinderen klommen op de daken van de auto’s en het huilen en krijsen van familie en kennissen was onvoorstelbaar luid.

Tot we een lekke band kregen... ik weet eigenlijk niet hoe ik kan omschrijven hoe het voelde om met een lekke band te staan. Terwijl onze chauffeur de band verwisselde stond iedereen om ons heen te schreeuwen. Ik was in ieder geval erg blij toen we onze tocht verder konden zetten.

Het gehuil van de familie echot nog na in mijn oren. Zulke momenten helpen je na te denken over het leven en de dood. Waar ligt de prioriteit van ons leven? Hechten we waarde aan de juiste dingen?

Wat en waar zal onze toekomst zijn?

03 september 2007

Noodkreet!! Hoeveel is een mensenleven waard?


Je houdt de hand vast van een van je patiënten. Contact leggen is moeilijk, de dood staat al in zijn ogen. Zijn bed is doorweekt van het pus dat uit zijn doorligwonden stroomt en lopen kan hij al weken niet meer. De spinnen lopen over zijn stervende lichaam.

Dit is maar een van mijn vele patiënten. Zittend naast het bed maak je de belofte dat je ze zult helpen dit te overleven. Ze krijgen een tweede kans, dat verdient ieder mens toch?
Je weet dat ze geen geld hebben om ziekenhuisopname te betalen. Op 14-jarige leeftijd is de dochter als prostituee gaan werken, waardoor ze nu een 15-jarige moeder is.

De bovenstaande situatieschets is niet fictief. Twee weken geleden zat ik aan het bed van deze man, Tom. Heb ik zijn dochter Susan en haar kindje Judith leren kennen. Heb ik de spinnen van zijn bed afgeveegd en heb ik zijn hand vastgehouden en de belofte gemaakt dat ik hem zou helpen dit te overleven.

We hebben gezorgd voor transport naar het ziekenhuis (€10,-). Tijdens het transport vertelde hij dat hij dacht niet meer levend thuis te komen. We hebben hem laten opnemen (€2,-).
Hij is 3 dagen in het ziekenhuis geweest (€3,-). Na die drie dagen was hij weer in staat om te lopen en hij is herstellende! Met €15,- is letterlijk een mensenleven gered.
Met het nodige voedsel om aan te sterken (5,- per gezin per week) kan hij weer een leven opbouwen.

De realiteit die wij nu onder ogen moeten zien: we hebben geen geld meer om zulke mensen te helpen. Wat moet ik als ‘Care & Compassion’ coördinator nu beginnen? Moet ik voortaan met lege tassen de patiënten bezoeken? Wie voedt al die patiënten als wij het niet doen? Wie betaald hun medicijnen en brengt ze naar het ziekenhuis?

Wat moet ik zeggen als ik naast een doodzieke patiënt zit: “het spijt me, ik heb geen andere optie dan je te laten sterven’.
Het gebrek aan geld is een kwestie van leven of dood geworden.

Hoeveel is een mensenleven waard?

Geeft u ze een toekomst,
... een overlevingskans
... geeft u hoop?

Om te helpen hoeft u niet met tassen vol eten door de sloppenwijken te sjouwen, daarvoor hoeft u niet de hele dag met een patiënt in een ziekenhuis te wachten, dat doen wij met alle liefde. Maar wij kunnen ze niet helpen zonder jullie hulp!

Voor meer informatie over ons werk; ‘Care & Compassion’ en Christ’s Hope, kunt u naar de website gaan: http://www.christshope.nl/
Meer informatie over onze werkzaamheden als vrijwilliger: http://www.beyourhand.com/

Hoeveel kunt u missen?
Hoeveel mensen hoeven niet te sterven omdat u ze helpt?
Hoeveel kinderen hebben te eten omdat u ze voedt?
Hoeveel is een mensenleven waard?

Beantwoord alstublieft deze noodkreet om hulp en stuur dit bericht naar iedereen die u kent!
Geven kan ook: Rekeningnummer 3265.53.991 (Christ's Hope Nederland te Wezep) o.v.v. Care & Compassion Kenya

22 augustus 2007

Bericht 13 | Wanneer iedereen je verlaten heeft…

Stel je eens een leven voor, waarin iedereen waarvan je houdt je verlaten heeft. Dat je leeft in pure eenzaamheid. Dat je door de dood gescheiden bent van je moeder, je vader je verlaten heeft en je grootouders geen zin hebben om voor je te zorgen.
De enige toekomst die je dan staat te wachten is het harde en lijmsnuivende leven op straat. Een leven waar vecht- en moordpartijen de realiteit zijn en de enige methode tot overleven is.
Waar je in de nacht opgeschrikt kan worden doordat de politie, gewapend met knuppels en messen, jacht op je maakt. Opgejaagd als wild ren je de nacht door. Hopend dat je op tijd een schuilplaats kan vinden en de politie je niet zal vermoorden of anders verminken en opsluiten zal.

Op zondag wordt er op straat een soort kerkdienst gehouden. Hier krijgen ze te horen dat er een God is die van ze houdt, maar ook dat wij om ze geven. Voor de politie is een leven van een straatkind zonder waarde. Wij vertellen ze dat ze waardevol zijn.

Deze kinderen zijn gemiddeld tussen de 8 en 20 jaar oud, maar geestelijk lijken ze soms veel jonger door een chronisch tekort aan aandacht. Hierdoor heb je binnen 10 minuten een jongen van 15 jaar, die naast je komt zitten en aanhankelijk tegen je aanleunt. Een jongen die hunkert naar een luisterend oor. Die tegen je aankruipt alsof hij nog een kind is van 7 jaar: op zoek naar aandacht en liefde.
Na een week waarin hij stoer en hard moest zijn en vol vechtpartijen, heeft hij een moment dat hij zich beschermd voelt.

Verderop zit Panena. Ze is 18 jaar en heeft een meisje van twee jaar oud. Ze leeft op straat. Wat ze doet om aan eten te komen wil ze niet vertellen, dus die conclusie is gauw getrokken. Door haar kindje is ze niet meer welkom thuis. Wat staat haar te wachten? Welke toekomst ligt er voor haar in het verschiet?

Het was een confronterende ontmoeting met deze straatkinderen. De gesprekken, de geleefde gezichten. Je ziet de gevolgen van de lijmsnuiverij zien. De aandacht waar deze kinderen naar hunkeren.

En dan het doorzettingsvermogen dat ze hebben, en de overlevingsdrang die ze op de been houdt. Het houdt je een spiegel voor. Het spiegelbeeld geeft je vragen.
Maar ook de vraag om hulp echoot in je oren.
Nu alleen nog een antwoord...

09 augustus 2007

Bericht 12 | Van alcoholist tot chapati-verkoper

Het leven van een Keniaan kan heel zwaar zijn. Neem bijvoorbeeld een van onze patienten: Rita. Ze is 26 jaar en haar man is ongeveer een jaar geleden overleden. Ze heeft twee kinderen: een jongen en een kleine baby van 10 maanden oud.
Toen haar man overleed is ze begonnen met drinken. Ik leerde haar kennen doordat ze een keer ontzettend dronken bij onze poort stond. Haar baby klemde zich aan haar vast, omdat ze zelf haast niet meer in staat was om haar eigen baby vast te houden. Het was zo’n schrijnend gezicht: zo’n jonge moeder dat huilend vroeg waarom we haar geen eten meer brachten.
De vorige Care & Compassion coördinator had besloten dat we geen eten meer zouden brengen omdat ze de hele tijd leugens vertelde over haar drinkgedrag. Maar toen ze de tweede keer straalbezopen en huilend voor de poort stond, met haar kleine meisje op haar arm, wist ik dat ik niets liever wilde dan zo’n iemand helpen haar leven weer op te pakken. Zeker omdat ze de verantwoording mee draagt voor twee onschuldige kinderen. Ze had maar één ding te vertellen: ‘Ik wil zo graag stoppen met drinken’.

Dat was het begin van ons weken durende traject om haar leven weer op te bouwen. We hadden een aantal missies: Allereerst moest ze leren dat zij verantwoordelijk is voor haar eigen leven en dat van haar kinderen. Dat kan niet samen gaan met alcoholmisbruik. Daarnaast had ze twee maanden schuld bij haar huisbaas, die dreigde haar uit huis te zetten. Ze had geen enig bron van inkomsten, dus ze wist niet hoe ze aan eten moest komen. Ze heeft mogelijk tb, en moest nodig naar het ziekenhuis.

Het was een moeizaam proces, waarin ze elke dag bij me langs moest komen om te bewijzen dat ze nog steeds niet gedronken had. Tijdens die bezoeken zochten we naar de redenen waarom ze was begonnen met drinken en wilde ik haar motivaties horen, waarom ze wilde stoppen met drinken.
Ze had het zwaar en voelde zich depressief, maar hield vol.

Ik zal nooit het moment vergeten dat ze weer helemaal sober bij de poort stond. Eindelijk was ze weer in staat om haar baby beet te houden. Het kleine meisje hoefde zich niet meer zelf aan de moeder vast te klampen, maar Rita was er weer voor het kind. En eindelijk kwam er een eerste glimp van een glimlach op haar gezicht.

Maar daarmee waren de problemen nog niet uit de wereld. De huisbaas ging steeds meer dreigen. Het was duidelijk dat Rita weer een bron van inkomsten nodig had, vooral ook omdat ze dan geen tijd meer had om depressief thuis te zitten.

In Kenia wordt hel erg veel chapati gegeten, dat is een soort wrap. Rita vertelde mij, dat zij weet hoe ze die moet maken. Zo is haar ‘chapati business’ begonnen. Ik gaf haar een schrift met daarin de meest basic boekhoudmethode die ik kon verzinnen: wat heb je verkocht, wat het je verdiend, en wat heb je weer uitgegeven?
Het eindresultaat was schrikbarend: ze maakte soms maar € 0,30 winst na een lange dag werken. Dat ging allemaal op aan eten, dus geld om te sparen bleef er niet over. Maar langzaamaan kwam er verbetering in, en kon ze gaan sparen. Ze leerde om zelf nieuwe producten te kopen, zodat haar bedrijfje niet stil kwam te liggen. Ik heb er erg veel respect voor, dat ze zo vastberaden doorwerkt. Zelfs als het betekend dat ze op sommige dagen helemaal geen winst maakt.

Vandaag zag ik haar weer. Ze was in elkaar geslagen door de concurrent, die graag haar klanten en locatie wilde inpikken. Het was zo zielig om haar opgezwollen gezicht te zien en de wonden op haar armen en benen. Ze wil heel graag verhuizen, maar ze heeft daar € 4,00 voor nodig. Dat is voor haar haast een onbereikbaar bedrag, omdat winst zo moeilijk is, laat staan om te sparen.

Geld geven is geen optie. Dan blijft ze altijd op ons vertrouwen en leert ze nooit zelfstandig te worden. We gaan haar nu een voorraad chapati-ingrediënten geven, zodat ze zelf het geld bij elkaar kan werken. We hopen heel erg, dat dit het laatste zetje is, wat ze nodig heeft om haar leven weer op te gaan bouwen.

Bericht 11 | Speeddaten op de 'support group'


Mijn support group is voor de tweede keer samengekomen.
Omdat de meeste nog vreemden voor elkaar waren had ik voor ‘meeting #2’ een spelletje bedacht, gebaseerd op het principe van speeddaten. Nu kun je dat in Kenia niet speeddaten noemen. Daten in Kenia bestaat nauwelijks. Je kunt iemand leren kennen in de supermarkt en de volgende dag ben je daarmee getrouwd, daar hoeft geen daten aan vooraf te gaan. Als ik ze vertel dat ze van mij moeten daten, dan komt het er bijna op neer dat ze de volgende dag zullen trouwen.
Dus onder het mom van ‘get to know each other’ moesten ze dus in 5 minuten zoveel mogelijk van elkaar te weten komen. Aan het einde van het spelletje moesten ze een ander voorstellen, dus het was belangrijk dat ze het serieus namen. Het gegiechel was onophoudelijk. Het leek wel of ik een klas verlegen kinderen voor me had, in plaats van een groep van ca. 12 volwassenen. Maar toen we eenmaal begonnen waren, bleek het aan te slaan. Elke keer als de bel ging dat de 5 minuten om waren en ze met iemand anders moesten praten, hoorde je ze aan alle kanten mopperen en zuchten.
Ze waren nog lang niet uitgepraat. Voor het eerst zijn ze omgeven met mensen die ook te maken hebben met Aids en zich er niet voor schamen. Eindelijk lijken ze niet de enigen die zich deze taboeziekte op de hals hebben gehaald. Voor het eerst ontmoeten ze andere ouders, met seropositieve kinderen. De onderlinge band was gauw geschept.

Alle aandacht gaat komende weken uit naar het creëren van een hechte support groep. Pas als we een goede groep vormen, kunnen we kijken of we in aanmerking komen voor een lening. Met die lening kunnen ze hun eigen bedrijfjes op gaan zetten. Hiermee willen we meer structurele hulp bieden.

Ook supportgroep ‘meeting #3’ is ondertussen geschiedenis. Het was op mijn verjaardag en het was heel bijzonder om die door te brengen tussen al die mensen die ik zo graag een toekomst zou willen bieden. Het voelde ook echt als een cadeau dat het aantal groepsleden (patiënten) verdubbeld was sinds de vorige keer. Iedereen is ontzettend gemotiveerd om de groep te laten slagen.
We bestaan nu uit 20 HIV-positieve mensen en we verwachten dat het aantal ongeveer nog op zal lopen tot 30 leden.

Het feit dat we onze patiënten eten brengen, is heel belangrijk, vooral om ze weer gezond te maken. Het geeft alleen geen structurele hulp. Ze vertrouwen op onze giften en worden daardoor niet gestimuleerd om te gaan werken en hun eigen verantwoording te nemen.
Het is echt mijn grote wens dat het gaat lukken om ze te helpen hun bedrijfjes te beginnen en dat ik ze eindelijk een hoopvolle toekomst zal kunnen bieden.

Bericht 10 | Isaac

Ik heb jullie al een aantal keren verteld over één van onze jongen patiënten: Isaac. Via de email gaven veel mensen aan dat ze met hem mee leven. Daarom ben ik ook heel erg dankbaar dat ik jullie kan laten weten dat het met de infecties op zijn benen heel goed gaat. Alle ontstekingen zijn verdwenen en de wonden zijn nu gesloten. Gezond is hij nog lang niet en een ziekenhuisbezoek is onvermijdelijk. Maar het is al zo’n heerlijk gezicht om hem weer te zien lachen en spelen.

30 juli 2007

Bericht 09 | Over malaria & anti-malaria tabletten...

In Kenia is malaria een van de dingen in het leven waar je mee moet leren leven. Omdat veel mensen dicht bij het water wonen en ze geen geld hebben voor klamboes, komt het vaak voor dat ze malaria oplopen.
Ook een van onze teamleden heeft malaria opgelopen tijdens zijn verbijf van 1 week in Kenia.
Vorige week was Arie ziek, of beter gezegd: hij had griepachtige verschijnselen. Onverklaarbaar was alleen, waar hij een griepje zou kunnen hebben opgelopen. Het is niet erg gemakkelijk om met 28 graden kou te vatten. We zaten te zoeken naar de oorzaak toen iemand het woord malaria liet vallen: alle symptomen wezen op malaria!
Gelukkig voelde hij zich na een paar dagen weer beter, nog voor het nodig was om naar het ziekenhuis te gaan.

We slikken ook anti-malaria tabletten, maar dat garandeert niet dat je geen malaria oploopt. Het helpt er wel voor om de ziekte te onderdrukken.
Over die anti-malaria tabletten gesproken; Wij zitten aan de Lariam. Een berucht middel dat ook wel het paardenmiddel onder de malariapreventie wordt genoemd vanwege de velen bijwerkingen. Omdat wij een jaar beschermd moeten worden tegen malaria, was Lariam de beste optie.

De eerste maand ging goed, maar we gaan nu de eerste bijwerkingen merken. Vooral ik (Jisca) merk de gevolgen. Het begon met de vreemde dromen, of beter gezegd: nachtmerries. Nachten worden gevuld met dromen over doodskisten en dolfijnen in de meest vreemde combinatie (vraag maar niet of ik het wil uitleggen). Nog minder prettig zijn de angstaanvallen ’s nachts waardoor ik wakker schrik. Dan wordt je totaal verkrampt wakker, door pure angst. Onverklaarbaar.

Een andere bijwerking waar we beide last van hebben, is dat je tijdens te slaap niet uit lijkt te rusten. Na een lange nacht van slaap, wordt je nog niet uitgerust wakker.
Gelukkig hebben we vannacht wel goed geslapen. Vanochtend moesten we helaas alweer de volgende Lariam tablet innemen voor de komende week. Wie weet wat deze tablet ons zal brengen…???

25 juli 2007

Bericht 08 | Een kind en Aids

Voor ik over donderdag 19 juli kon schrijven, had ik tijd nodig om die dag te verwerken.

Op donderdag gaan we minstens één keer in de twee weken naar Ahero en Ombeyi. Dit zijn twee dorpjes verderop. Ahero is nog redelijk groot; het heeft een ziekenhuis en je kunt er met een matatu komen. Vanuit Ahero nemen we de boda-boda naar Ombeyi.

Toen we hier vandaag weer naar toe gingen, kreeg ik te horen dat we als eerste één van onze jongen patientjes moesten bezoeken, omdat hij er slecht aan toe is. Ik heb jullie al eerder verteld over Isaac. Op Jisca’s eerste werkdag, is ze met hem naar het ziekenhuis geweest. Isaac is ongeveer twaalf jaar, maar niemand weet met zekerheid hoe oud hij is, want hij heeft niemand die van hem houdt en voor hem zorgt. Bij zijn geboorte heeft zijn moeder hem besmet met HIV/ Aids. En vervolgens heeft ze haar eigen kind verstoten omdat hij Aids heeft. Hij woont nu bij zijn oma, maar die lijkt niet meer goed in staat om voor hem te zorgen. De enige die nog een beetje zorg voor hem draagt is onze locale vrijwilliger in Ahero.
Toen ik Isaac twee weken geleden zag, ging het weer veel beter met hem. Daarom schrok ik ook heel erg toen ik hem vandaag zag. In één week zaten zijn hele benen vol zwerende wonden. Ik besloot ’s middags terug te gaan, zodat ik zijn wonden kon verzorgen.


Verder bestond onze dag uit het bezoeken van de wezenschool in Ombeyi. Hier hebben we een ‘Choose to Wait’ les gegeven en spelletjes gedaan. Ondertussen heeft Anneke (een van onze collega’s) lesgegeven aan de vroedvrouwen van het dorp.
Volgens de Afrikaanse traditie werd er een uitgebreide (zeker voor keniaanse begrippen) lunch voor ons geserveerd. Waarbij er met een grote glimlach wordt verteld dat de kip vanochtend nog rondliep.

Daarna zijn we nog een patiënt gaan bezoeken die er heel slecht aan toe was. Gelukkig konden wij hem aan vervoer naar het ziekenhuis helpen.

’s Middags weer naar Isaac toe geweest. Hij was er echt slecht aan toe. Hij had zoveel infecties dat zijn hele benen er door opgezwollen waren en zijn ene enkel leek misvormd door een abces dat daar zat. Toen ik zijn wonden ging schoonmaken schrok ik van de hoeveelheid pus die er in een week was ontstaan en die er nu uitkwam. Wat moest die jongen een ongelofelijke pijn hebben, en wat was hij dapper!!
Ik heb onze locale vrijwilliger geleerd hoe de wonden schoongemaakt moeten worden en dat is alles wat ik kon doen.
Een week later heb ik de vrijwilliger gevraagd Isaac naar kantoor te brengen, zodat ik alle middelen had om zijn wonden te verzorgen. Het gaat nog steeds slecht. De hoeveelheid infecties die hij over zijn lichaam heeft is onbeschrijfbaar.
Het is elke keer zo moeilijk om zo’n jongen achter te laten, want het is nog een kind. Een kind dat al twaalf jaar HIV positief is, en lijdt onder allerlei weerstandsziekten. Wat gun ik hem een veilig plekje, waar hij kan opgroeien en waar hij met liefde verzorgd wordt!

Bericht 07 | Armoede vs welvaart


Team nummer twee is gearriveerd. En daarmee komen wederom twee uiterste werelden bij elkaar.
Aan de ene kant zitten de Kenianen, waarvan veel niet weten of ze die dag wel iets te eten hebben. Aan de andere kant het stereotype Amerikanen: waarvan de een nog dikker is dan de andere.

We nemen ons elk keer voor om niet generaliserend en bevooroordeeld een team te ontvangen. Maar eerlijkheid doet me bekennen dat ze vaak aan het stereotype voldoen: Ze slepen tassen vol voedsel mee om maar niet iets te hoeven missen van hun dagelijkse (junk)food.
(Denk hierbij aan: kaas, burritos, m&m's, mueslirepen, kaascrackers, chocoladekoekjes enz voor een verblijf van 1 week in Kenia). Het Keniaanse eten is niet goed genoeg en verdwijnt gemakkelijk in de vuilnisbak.

Aan de overkant van onze straat begint de sloppenwijk en daar sterven nog mensen aan gebrek aan voedsel. Terwijl hier een Amerikaan op de bank zit die onder lijkt te gaan aan zijn gewicht: hij ziet er ongelukkig en onzeker uit.

Wat een contradictie: Aan de ene kant van de straat mensen die slachtoffer zijn geworden van de armoede, aan de andere kant de slachtoffers van de welvaart.
Als je slachtoffer van de armoede bent geworden, dan kun je er vaak niet veel aan doen. Maar hebben we onszelf niet slachtoffer van de welvaart gemaakt? Hebben wij hiermee een wereld gecreëerd waarin ontevredenheid, overgewicht, individualisme en stress domineren?

16 juli 2007

Bericht 06 | Dood, leven en de toekomst.


Zoals het in de Nederlandse steden nooit stil is door het geluid van zoemende auto’s, zo is het in Kenia nooit stil door de muziek die door de straten galmt. De Matatu’s hoor je overal toeteren om de aandacht van eventuele passagiers op te eisen. Tussendoor hoor je af en toe een geit blaten of een hond blaffen en op zondag hoor je boven al deze geluiden uit de dominee’s schallen.
Ergens verderop in de straat staat al de hele week dezelfde cd op repeat zodat ik ondertussen de nummers kan dromen.

Ondertussen is Kenia een mooi decor, maar de dingen die hier zich afspelen zijn soms vreselijk. En de beelden die je ziet zijn soms meer dan je netvlies kan verdragen.

Afgelopen donderdag gingen we naar een wezenschool om met het team ‘Choose to Wait’ lessen te geven. Eenmaal daar aangekomen kregen we het verzoek om ons programma in te korten omdat een van de wezen die middag begraven zou worden. Dood is hier zo verweven met het leven. Iedereen lijkt zich erbij neer te hebben gelegd dat de gang naar een begrafenis haast elke week gemaakt moet worden, en dat het vaak een familielid of en vriend betreft.
Zo zagen we de wezen zingend richting de begrafenis lopen. Dat is typisch Kenia: dood is onderdeel van het leven, zingen is er ook een onderdeel van: een combinatie is onvermijdelijk.

Na de wezenschool ging ik een aantal patiënten bezoeken. Het blijft aangrijpend wanneer je iemand ziet die totaal uitgemergeld en uitgeleefd is door Aids. Zo’n mager vrouwtje, een en al ogen in een gezicht dat zo mager is dat het haast niet lijkt te bestaan. Langzaamaan beginnen alle ledematen dienst te weigeren. De toekomst die deze vrouw staat te wachten is verlamd op bed liggend: wachtend op de dood.

Veel Kenianen geven nog steeds de voorkeur aan sterven aan deze ziekte dan dat ze zich laten testen op Aids, want ze willen niet dat iemand erachter kan komen dat ze HIV positief zijn. Wanneer wij een patiënt bezoeken moedigen we ze altijd aan om zich zo snel mogelijk te laten testen. We respecteren het dat ze het geheim willen houden, maar stimuleren ze om het taboe van Aids te doorbreken.
Deze medicijnen werken optimaal wanneer je gebalanceerd voedsel eet. En dat is precies hoe wij onze patiënten helpen. We brengen gevarieerd voedsel en we zorgen voor de benodigde medicijnen zodat ze genoeg aansterken om zelfstandig elke maand hun Aids-remmers op te halen. Daarnaast lezen we met hen de Bijbel en bidden met ze.

Om nog meer mensen te gaan bereiken dan alleen onze vaste patiënten, heeft Jisca een supportgroep opgericht. We zijn druk bezig om te proberen of we met hulp van een andere organisatie in combinatie met onze supportgroep erin kunnen slagen dat we leningen kunnen verstrekken of een bedrijfje kunnen opzetten zodat we HIV positieve mensen structurele en vooral opbouwende hulp kunnen bieden.

Maar naast alle ellende waar je soms mee geconfronteerd wordt, is er in Kenia ook heel veel om van te genieten: de mensen en hun cultuur, de natuur en het weer!
Afrika is net een delicatesse, je moet het leren waarderen. Maar daarna kun je er geen genoeg meer van krijgen.
Om jullie hiervan mee te laten genieten hebben we wat foto’s online gezet.

09 juli 2007

Bericht 05 | Gefeliciteerd... je bent blank!

Elke dag hoor je het ene schrijnende verhaal na het andere. Zodat je jezelf op een gegeven moment afvraagt wanneer de verhalen je niet meer zullen raken.
Het is vreemd om een ‘mazungu’ te zijn. Als blanke wil iedereen wat van je: geld of hulp en anders wel een baan. En zonder overdrijving, meer dan de helft van de Kenianen heeft ook hulp nodig: 42% heeft geen toegang tot drinkwater, 87% geen sanitair, 40% is werkeloos en van de mensen die wel werken verdiend meer dan de helft onder de $1,00 per dag.
Natuurlijk willen ze hulp, eten en medicijnen van de rijke wazungu’s (blanken) die elke week met tassen eten door de sloppenwijk lopen te sjouwen. Het is pijnlijk om zoveel hulpbehoevende mensen voorbij te lopen terwijl ik naar mijn patiënten loop. Maar ik kan ze niet allemaal helpen, ik zit aan mijn maximum aan patiënten.

Soms is het wel eens heel vermoeiend als je alweer gefeliciteerd wordt met je huidskleur. Alsof blank zo anders is dan bruin; dat is toch alleen de buitenkant? Tot ik besefte dat ze gelijk hebben. Ik ben te feliciteren, want ik heb zo bijzonder veel geluk gehad dat ik in het westen geboren ben.
Ik had ook dat kindje kunnen zijn, dat is verwekt door verkrachting en dat bij de geboorte door mijn moeder HIV besmet is. Dan woonde ik in een sloppenwijk en had ik geen vader omdat deze gestorven is aan de gevolgen van Aids. Mijn moeder was elke dag dronken. En ik had geen drinkwater of geld om naar school te gaan.
Dan had ik geen toekomst...

Het is in het westen ook zo makkelijk om je inkomen en kapitaal te vergelijken met andere mensen. En dan beschouw je jezelf als net-afgestudeerde niet als rijk. Mijn verblijf in Kenia heeft me geleerd dat ik vele malen rijker ben dan ik ooit had beseft. Zo heb ik mijn hele leven een inkomen gehad waar ik ook van kon sparen. Een Keniaan kan niet sparen. Zijn inkomen is dusdanig laag dat zelfs zijn basisbehoeften niet vervuld worden.


Ik had net een gesprekje met onze guard (=bewaker/ soldaat). Hij werkt 12 uur per dag en 7 dagen per week. Dit is dus 84 uur per week. Hij vertelde dat hij Ksh 90/= per dag verdient. Dat is Ksh 7,5/= per uur wat overeenkomt met € 0,08. Daarvan onderhoudt hij zijn moeder en twee broers. Daarnaast heeft hij een vrouw en een kind en moet hij elke maand een flinke som neertellen voor de huur. En hij is pas 21 jaar.


Ons motto: ‘tijd is geld’ geldt in Kenia niet. Als wij in Nederland ergens tijd en energie in steken, dan ontvangen wij daarvoor geld. In Kenia is tijd en energie veel minder geld waard. En omdat ergens tijd in stoppen niet veel geld oplevert, hebben ze geen haast en omdat ze weinig geld hebben, doen ze alles zelf.
Vandaag resulteerde deze twee ingrediënten in een kippenslachtfestijn. De kippen werden bereid voor het team dat vanavond arriveert en dat hier een week zal bivakeren. Mijn vraag of er ook zo iets bestaat als een kant-en-klaar kipfiletje, werd met luid gelach beantwoord.

Ik denk dat als ik in Nederland mijn voorverpakte kipfilet koop, dat ik altijd terug zal denken aan die twee grote Afrikaanse vrouwen die de hele middag achter in de tuin de kip hebben staan plukken.
Hier zouden voorverpakte salades e.d. niet werken. En zeker niet als je er meer voor zou moeten betalen. Geld is hier veel meer waard dan tijd. Zo liet Arie zijn balpen perongeluk achter bij de apotheek waar hij medicijnen gehaald had. Een balpen kost Ksh 20/= wat overeenkomt met 2,5 uur werken. En omdat dat hier normaal is ging hij naar de apotheek terug om zijn balpen op te halen. Deze zijn hier in verhouding gewoon heel erg duur.

Je leert hier om dingen te waarderen.

04 juli 2007

Bericht 04 | Een klapband, CHK en het leven op straat.

Allereerst willen we jullie hartelijk bedanken voor alle giften die binnenkomen. Het is echt hartverwarmend dat zoveel mensen ons willen steunen en helpen! Heel erg bedankt hiervoor.

En dan nu het goede nieuws: Jisca’s tas is terecht! Eindelijk… We hebben er bijna twee weken op moeten wachten, maar deze week konden we hem dan echt ophalen in Kisumu. Dat ging ook wel op z’n Afrikaans: ’s Avonds werden we opgebeld dat we de tas de volgende dag op konden halen. Dus wij de volgende dag naar het vliegveld, komen we daar aan: kantoor gesloten (op een tijdstip dat deze gewoon open moest zijn). En natuurlijk niemand die weet wanneer die weer open gaat. Krijg je doodleuk te horen dat je over een uur of 5 maar terug moet komen! Maar natuurlijk blijft het belangrijkste dat mijn spullen terug zijn! Dat vergoed ook een beetje dat mijn tas niet ongehavend uit de strijd is gekomen.

Verder wennen we elke dag meer aan het leven hier. In Kenia rijden allemaal Matatu’s. Dat zijn busjes voor 14 personen. De organisatie heeft zelf ook zo’n busje, en daar hebben we nu allebei in gereden en het Afrikaanse verkeer mee getrotseerd! Dat is wat anders dan de smart (automaat!) waarin ik (Jisca) gewend was in te rijden.

Zoals al eerder geschreven was ik (Jisca) de eerste dag naar het Russia ziekenhuis geweest met een man en een jongetje (Isaac). De man heeft het helaas niet gehaald, hij is in het ziekenhuis overleden. Met Isaac gaat het erg goed. Toen ik donderdag in een dorp verderop liep, kwam hij opeens naar me toe gerend! En hij lachte!! En dat is het jongetje waarvan ik vertelde dat hij de meest verdrietige ogen had waar ik ooit in had gekeken en dat lopen al haast niet meer ging! Op het moment dat zo’n kereltje op je af komt rennen, dan weet je wel waar je het voor doet.

Soms verbazen we ons hoeveel ‘avonturen’ we hier in korte tijd kunnen beleven. Zoals bijvoorbeeld gisteravond. We hadden tot laat op kantoor gewerkt. En omdat je als blanke niet na 19.00 uur ( = als de zon onder is gegaan) naar buiten mag, zouden we met het busje naar ons huis rijden. Maar eenmaal onderweg naar huis rijdend bleek de bus opeens onhandelbaar en trilde hij bijna van zijn onderstel af. We waren gelukkig nog niet heel ver weg, dus in zijn achteruit zijn we teruggereden (niet dat we harder konden gaan dan 5 km/u) en eenmaal weer veilig op het terrein van kantoor konden we de auto inspecteren: een lekke band! En in Kenia is het echt heel donker (hier kennen ze lichtvervuiling niet) dus het vervangen van die lekke band zou pas de volgende dag kunnen. We stonden met onze bewaker (elk groot huis heeft 24 uur per dag bewaking) de auto bekijken, horen we opeens achter het huis allerlei onverklaarbare geluiden... Onze bewaker rende gelijk naar het huis toe om dekking te zoeken en probeerde te kijken waar dat geluid vandaan komt. Hij had nog net niet zijn pijl en boog gepakt! Arie was nog stoer, maar bij Jisca was de schrik er echt ingeschoten. Als ze nog 1 geluidje had gehoord dan had ze in de auto gezeten met alle deuren op slot! Maar na inspectie van Arie en de bewaker bleek dat het loos alarm was: de buren besloten midden in de nacht wat werk te gaan verrichten in de tuin ofzo.
En zo stranden we op kantoor. Nu is dat zo heel erg nog niet, want aan kantoor zitten ook twee slaapzalen, dus stapelbedden genoeg en wij zouden dus gewoon kunnen slapen deze nacht. Laat het niet toevallig juist deze nacht opeens enorm gaan stormen! De regen viel echt ‘letterlijk’ met bakken uit de hemel en het leek wel of er drie onweersbuien tegelijk waren!! Daar ging onze nachtrust...De volgende dag werden we gebeld door onze secrurity: de storm had een zendpaal omgeblazen dus de alarmknoppen doen het niet meer. Of we in geval van nood even naar een (niet nader te noemen) telefoonnummer willen bellen. Dat is echt onze ervaring van Afrika: in amper twaalf uur kun je van alles beleven! Onze werkzaamheden gaan prima. Het is wel een hele ervaring. Wij runnen nu samen Christ’s Hope Kenya, met ons tweeën leiden we het hele team van vrijwilligers. We moeten opeens allerlei management kwaliteiten gaan ontwikkelen en elke dag is een verrassing wat ons nu weer staat te wachten. Ook komt er bijna een team van 15 man hier een week werken, dus wij zijn ook druk bezig met de voorbereidingen.

Als afsluiter even een illustratie van ons leven hier: Wanneer we van kantoor naar huis lopen, komen we langs allerlei kraampjes; een gammele tafel en afdakje gemaakt van boomstammetjes. Ze verkopen voornamelijk dingen als fruit, rijst, bonen, eieren enz. Verder komt iedereen aan het einde van de dag langs de kant van de weg zitten met een hele grote pan. Met houtskool wordt dan een vuurtje gemaakt en zo frituren ze dan aardappelen, mandazi (een soort oliebol-deeg-ding) en nog een soort erwten-driehoekje. Het eten is niet zo heel gevarieerd, dus iedereen verkoopt hetzelfde. Dit is ook het enige eten dat de lokale bevolking kan betalen. We zagen laatst in een supermarkt een busje Pringles, en dat kost zo’n € 2,50, dat is dus voor een Keniaan zeker twee volle dagen werken!Verder is er op de weg soms geen plek meer voor auto’s zoveel koeien als er door de stad heen lopen! Ook de geiten zijn niet te tellen. Verder branden overal vuurtjes omdat ze hier het afval verbranden.

Over ons werk volgt hopelijk binnenkort meer, want dat is niet in een paar worden te beschrijven. Maar ik wil kort even vertellen over één van onze patiënten: Joseph. Hij heeft Aids, en een maand geleden kon hij niet eens meer zonder hulp rechtop zitten, laat staan lopen. Onze vrijwilligers hebben hem gestimuleerd om Aids-remmers te gaan nemen, en nu gaat hij trouw naar het ziekenhuis om zijn medicijnen op te halen. Ook brengen we hem elke week gevarieerd voedsel. Vandaag gingen we weer eten brengen, en dan zie je dat iemand in een maand zoveel kan opknappen: Joseph is nog wel mager en snel vermoeid, maar je zag ook aan zijn glimlach dat hij weer een leefbaar leven heeft!

Oriti! (= tot ziens)

Ps: Als u een bevestiging van uw storting wilt hebben (en wij uw emailadres nog niet hebben) kunt u die mailen naar info@beyourhand.com.

27 juni 2007

Bericht 03 | Vervolg... Kennismaking met Kenia.

Omdat wij allemaal vragen kregen naar aanleiding van het vorige bericht volgt hier het vervolg.

Jisca’s tas is nog steeds niet terecht. Hoewel ze eerst zeiden dat de tas in Londen was, is dat niet nu meer zeker. Het laatste wat ik te horen kreeg toen ik naar het vliegveld van Nairobi belde, is dat de tas niet gelokaliseerd is.
Voor iedereen die zich afvroeg of ik nu nog steeds in de kleren loop die ik op de dag van vertrek aan had: daar kan ik ontkennend op antwoorden. Ik had al een voorgevoel dat zoiets zou kunnen gaan gebeuren, dus in mijn handbagage had ik zoveel mogelijk kleding gestopt.

Het is onvoorstelbaar te bedenken dat we nog maar drie dagen aan het werk zijn. Het voelt eerder als drie weken. We raken al redelijk ingeburgerd en gewend aan sommige gebruiken. Ook mijn eerste woorden in Luo (= stamtaal) gaan steeds beter. Dat is ook wel heel erg nodig omdat veel van onze patiënten geen of haast geen engels verstaan. En je komt toch maar als mzungu (=blanke) in hun sloppenwijk en in hun hutje binnengelopen.
Je valt hier als mzungu ook echt op. Als je over straat loopt of fietst dan gonst het aan alle kanten: ‘mzungu, mzungu!’ En zeker een vrouw op de fiets is hier uniek. Vrouwen fietsen hier namelijk niet. Ze hebben hier boda-boda’s (fietstaxi’s) waar iedereen gebruik van maakt. En een fietstaxi houdt in: een kussentje achterop een fiets.
Vooral kinderen vinden onze blanke huid maar wat gaaf. Wanneer wij ergens verschijnen komen de kinderen meestal massaal op ons afgestormd. Ze willen het liefst allemaal je een hand geven en ze zijn helemaal gelukkig als je ze optilt. Ondertussen zingen ze dan met zijn allen: ‘Mzungu, how are you, how are you?’!

Verder zitten onze dagen vol avonturen. Vandaag ben ik (Jisca) weer naar een ander ziekenhuis geweest. Een van mijn patiënten staat op het punt om te bevallen, dus die werd vandaag gecontroleerd. En die brengen we over een paar dagen om opgenomen te worden omdat het mogelijk een tweeling is. Ook is bevallen in de sloppenwijken niet een optie. Je kunt nergens naar toe wanneer dat nodig zou zijn, en ook met de auto kan je er praktisch niet komen.
Arie is druk bezig met de financiële aspecten van de stichting. In Kenia gaat dat echt nog heel authentiek: met carbonpapier, stempels, en cash betalingen. Arie noemt het bij voorkeur ‘op-de-houtje-touwtje-manier’, voornamelijk omdat niets geregistreerd wordt. Het helpt wel om als blanke zelf op het kantoor van een bedrijf te verschijnen. Iedereen legt zijn werk aan de kant en andere klanten worden midden in hun verhaal onderbroken om jou te helpen. Ze gaan er in Afrika nog steeds vanuit dat een blanke rijk is.
En wij zijn ook eigenlijk ook heel erg rijk. Hier in Kenia heeft 40% geen werk. Van de rest verdient 75% onder €1,- per dag. En de prijzen zijn echt vergelijkbaar met Nederland. Voor € 0,60 koop je bijvoorbeeld: of 1 l water, of 0,5 l yoghurt of een brood.

Wij worden nu heel druk ingewerkt. Want volgende week staan we er alleen voor. Dan leidt Arie het kantoor en Jisca is Care & Compassion coördinator. Dan liggen alle verantwoordingen bij ons. Jisca moet dan beslissingen nemen over welke patiënten geholpen kunnen worden, wat ze te eten krijgen en of er nog geld voor medicijnen is. Ook moeten we in die week de nodige voorbereidingen treffen voor de Amerikaanse teams die onze projecten komen bezoeken. Dan zijn er minstens 14 gasten die wij moeten begeleiden.

Ook al zijn we dus erg druk, we zijn erg blij dat we ons hier nuttig kunnen maken.

25 juni 2007

Bericht 02 | Kennismaking met Kenia.

Hierbij onze update hoe het ons vergaat in Kenia.

Om maar bij het begin te beginnen: De vlucht van Nederland naar Londen is voorspoedig verlopen. Alleen werkte het weer in Londen niet mee, dus moesten we ruim een uur wachten voordat de file op de taxibaan over was en we mochten opstijgen. Toen we uiteindelijk met een vertraging van anderhalf uur voeten op Keniaanse bodem zetten, bleek dat Jisca’s tas nergens te vinden was. Tja… en dan merk je dat je in Afrika bent: ze weten niets over je tas, ze kunnen je niet helpen tot dat ze meer weten, dus je kan niets anders doen dan zoveel mogelijk geduld opbrengen (“don’t call us, we’ll call you!!”).

Daar zit je dan zonder tas. We besloten om maar iets langer in Nairobi te blijven en onze vakantie uit te stellen tot we tenminste onze bezittingen hebben.
Nairobi was een overweldigende ervaring. We zijn de grootste sloppenwijk van Afrika in geweest: Kibera. Deze sloppenwijk heeft 1,3 miljoen inwoners. (Ik hoop daar binnenkort wat over op de website te zetten.) We kregen een tour van iemand die zelf in de sloppenwijk woont en het was een ervaring die ik nooit zal vergeten! Verder hebben we onze dagen gevuld met het bezoeken van de MAF, het rondlopen in Nairobi zelf en het uitslapen van onze jetlag.
Daarna zijn we weer naar het vliegveld geweest. Eindelijk was mijn tas gelokaliseerd: hij was nog in Londen, en dan kan het nog dagen duren. Ze zouden hem voor ons naar Kisumu sturen, wanneer ze hem hebben. Wij besloten dus ook om maar richting Kisumu te vertrekken. Iedereen adviseerde ons om met busmaatschappij ‘Easy Coach’ te reizen omdat die bussen van redelijke kwaliteit zijn (zeker voor Afrikaanse begrippen) en omdat ze zeer goed onderhouden worden.

De rit zou zo’n 7 uur duren. Maar helaas… net na de eerste helft van de rit kregen we pech. Er was iets afgebroken. En natuurlijk in de middle of nowhere. Er zou een nieuwe bus gestuurd worden. En na zo’n anderhalf uur (in Afrika kijk je maar niet te veel op je horloge…) kon de tocht weer voortgezet worden. Maar het is echt onbeschrijfelijk hoe die tocht verderging. Het was een hele aftandse bus die piepte en kraakte aan alle kanten. En aangezien de wegen hier niet meer zijn dan een zandweg met veel kuilen en stenen hobbelt zo’n bus enorm. Bij de nieuwere bussen is dit iets minder, omdat de vering het beter doet. Maar deze bus had nauwelijks enige vering. Dit maakte de busreis tot een 3,5 uur durende rollercoaster!! De hele rit moest je jezelf aan je armleuningen vastklampen om niet met je hoofd tegen het plafond aan te stuiteren!

En zo belanden we in Kisumu, de plek waar we zullen werken komende tijd. Zoals al eerder gezegd verschuiven we onze vakantie naar een ander tijdstip omdat we bereikbaar willen zijn als de tas aankomt, maar ook het project heeft ons hard nodig omdat ze heel erg onderbezet zijn.
En zo zaten we ons eerste weekend in Kisumu. We kregen gelijk te maken met een ander Afrikaans element > de hele zondag zonder stroom!

Gisteren hebben we onze eerste dag gehad. Moeilijk om daar wat zinnigs over te vertellen. Het enige woord dat ik kan gebruiken is: onbeschrijfelijk! Ik (Jisca) had gelijk mijn vuurdoop. Het eerste wat er gedaan moest worden, is een patiënt naar het russia-ziekenhuis brengen. Het enige wat ik van dit ziekenhuis wist, was een verhaal dat ik had gelezen over een man waarvan zijn been was geamputeerd en dat geamputeerde been hadden ze niet opgeruimd maar gewoon naast zijn bed laten liggen rotten!! Dus ik was wel benieuwd wat ik daar zou tegenkomen…
Ik denk niet dat ik in woorden vast kan leggen in welke chaos je daar terecht komt. Er bestaat daar niet zoiets als een ambulance, dus de patiënt moet met de taxi komen. Dan moet je zelf een brancard zien te regelen en dat zijn echt exemplaren die dateren uit 1930 ofzo (ik schat maar wat). Daar wordt de patiënt op gehesen en dan begint het wachten… Dat duurt uren…Ondertussen heb je de meest gruwelijke wonden voorbij zien komen. En heb je nog nooit zoveel en zulke extreem misgroeide benen gezien. Daar wordt je geconfronteerd met mensen met allerlei wonden over heel hun lijf en een huilende uitgemergelde baby aan hun borst. We waren daar voor twee patiënten. Een man met TBC (en HIV positief, maar daar schaamt hij zich voor, dus dat wordt niet verteld) en een kleine jongen van twaalf jaar, die verlaten is door zijn ouders. Die jongen had de meest verdrietige ogen waar ik ooit in heb gekeken. Dan man met TBC werd gelukkig opgenomen. Maar eigenlijk was er geen plek meer, dus werd hij gewoon bij een andere man in bed gelegd. En omdat de bedden daar zo klein zijn, werd zijn hoofd bij de voeten van de andere patiënt gelegd. Wat een schril contrast met de medische zorg in Nederland. De jongen (Isaäc) kon die dag niet geholpen worden, dus daar moeten we nog een keer voor terug.
Terug naar het kantoor zijn we eerst met een Matatu geweest. Dit is een klein busje dat hier geld als openbaar vervoer. De rijden hier keihard: want tijd is geld! Daarna zijn we verder gegaan op de Boda-Boda. Dit is een fietstaxi, met andere woorden, een kussentje achterop een fiets.

Arie is vandaag naar een school gegaan om eten uit te delen (onderdeel van het food-giving-program) Dit was op een basisschool in Dunga, een sloppenwijk van Kisumu. Ze geven dan 25 kilo bonen, 5 liter olie, en 25 kilo rijst. Dit wordt elke week gebracht voor de 350 kinderen die daar op school zitten.

Wat wij zo extreem vinden van Kenia is dat de prijzen vergelijkbaar zijn met Nederland. Net buiten de sloppenwijken van Nairobi is de huurprijs zelfs net zo duur als in Nederland. Maar als je daar tegenover het gemiddelde salaris van een Keniaan -variërend van € 0,50 tot € 3,50 per dag- zet, dan begrijp je dat het moeilijk voor ze is om hun huur te betalen én drie maaltijden per dag op tafel te zetten. Daarnaast moeten degene die werk hebben, ook zorgen voor alle broers, zussen, neefjes en nichtjes die geen geld (kunnen)verdienen.

Ik hoop dat we jullie een beetje een beeld heb kunnen schetsen van Kenia. Hoe ons werkleven hier gaat verlopen kunnen we nog niet goed inschatten. We houden jullie op de hoogte!! Maar alles is ondervoorbehoud dat internet en elektriciteit werkt. Helaas hebben we al de nodige mankementen kunnen constateren…

17 juni 2007

Bericht 01 | Het begin van de toekomst

Onnavolgbaar snel is de tijd gegaan. Vol verbazing zien we dat we overmorgen Kenia al tegemoet vliegen!

Wij zijn er klaar voor: Ellenlange ‘to do’ lijsten zijn afgewerkt, Alle inboedel verhuisd naar zolders. Eindeloze vaccinatiesessies ondergaan. Dikke tassen staan gepakt.

19 juni vliegen we Nederland uit, waarna we de volgende ochtend landen in Nairobi, Kenia. Wij zullen twee dagen verblijven in Nairobi. Vanuit daar gaan we met de bus naar Kisumu waar we onze spullen zullen brengen en een korte kennismaking zullen hebben met de projecten. Hierna hebben we eerst een week vakantie om te wennen aan de cultuur en het klimaat.

Met passie, verlangen en wat spanning zien we de komende tijd tegemoet. Dankbaar dat onze plannen omgezet zijn naar een concreet project.Een toekomst waar we jaren naar uit hebben gezien, die nu eindelijk gaat beginnen...
Wat een zegen, om zo samen -pas getrouwd- die onbekende toekomst in te stappen!