25 juli 2007

Bericht 08 | Een kind en Aids

Voor ik over donderdag 19 juli kon schrijven, had ik tijd nodig om die dag te verwerken.

Op donderdag gaan we minstens één keer in de twee weken naar Ahero en Ombeyi. Dit zijn twee dorpjes verderop. Ahero is nog redelijk groot; het heeft een ziekenhuis en je kunt er met een matatu komen. Vanuit Ahero nemen we de boda-boda naar Ombeyi.

Toen we hier vandaag weer naar toe gingen, kreeg ik te horen dat we als eerste één van onze jongen patientjes moesten bezoeken, omdat hij er slecht aan toe is. Ik heb jullie al eerder verteld over Isaac. Op Jisca’s eerste werkdag, is ze met hem naar het ziekenhuis geweest. Isaac is ongeveer twaalf jaar, maar niemand weet met zekerheid hoe oud hij is, want hij heeft niemand die van hem houdt en voor hem zorgt. Bij zijn geboorte heeft zijn moeder hem besmet met HIV/ Aids. En vervolgens heeft ze haar eigen kind verstoten omdat hij Aids heeft. Hij woont nu bij zijn oma, maar die lijkt niet meer goed in staat om voor hem te zorgen. De enige die nog een beetje zorg voor hem draagt is onze locale vrijwilliger in Ahero.
Toen ik Isaac twee weken geleden zag, ging het weer veel beter met hem. Daarom schrok ik ook heel erg toen ik hem vandaag zag. In één week zaten zijn hele benen vol zwerende wonden. Ik besloot ’s middags terug te gaan, zodat ik zijn wonden kon verzorgen.


Verder bestond onze dag uit het bezoeken van de wezenschool in Ombeyi. Hier hebben we een ‘Choose to Wait’ les gegeven en spelletjes gedaan. Ondertussen heeft Anneke (een van onze collega’s) lesgegeven aan de vroedvrouwen van het dorp.
Volgens de Afrikaanse traditie werd er een uitgebreide (zeker voor keniaanse begrippen) lunch voor ons geserveerd. Waarbij er met een grote glimlach wordt verteld dat de kip vanochtend nog rondliep.

Daarna zijn we nog een patiënt gaan bezoeken die er heel slecht aan toe was. Gelukkig konden wij hem aan vervoer naar het ziekenhuis helpen.

’s Middags weer naar Isaac toe geweest. Hij was er echt slecht aan toe. Hij had zoveel infecties dat zijn hele benen er door opgezwollen waren en zijn ene enkel leek misvormd door een abces dat daar zat. Toen ik zijn wonden ging schoonmaken schrok ik van de hoeveelheid pus die er in een week was ontstaan en die er nu uitkwam. Wat moest die jongen een ongelofelijke pijn hebben, en wat was hij dapper!!
Ik heb onze locale vrijwilliger geleerd hoe de wonden schoongemaakt moeten worden en dat is alles wat ik kon doen.
Een week later heb ik de vrijwilliger gevraagd Isaac naar kantoor te brengen, zodat ik alle middelen had om zijn wonden te verzorgen. Het gaat nog steeds slecht. De hoeveelheid infecties die hij over zijn lichaam heeft is onbeschrijfbaar.
Het is elke keer zo moeilijk om zo’n jongen achter te laten, want het is nog een kind. Een kind dat al twaalf jaar HIV positief is, en lijdt onder allerlei weerstandsziekten. Wat gun ik hem een veilig plekje, waar hij kan opgroeien en waar hij met liefde verzorgd wordt!