30 juli 2007

Bericht 09 | Over malaria & anti-malaria tabletten...

In Kenia is malaria een van de dingen in het leven waar je mee moet leren leven. Omdat veel mensen dicht bij het water wonen en ze geen geld hebben voor klamboes, komt het vaak voor dat ze malaria oplopen.
Ook een van onze teamleden heeft malaria opgelopen tijdens zijn verbijf van 1 week in Kenia.
Vorige week was Arie ziek, of beter gezegd: hij had griepachtige verschijnselen. Onverklaarbaar was alleen, waar hij een griepje zou kunnen hebben opgelopen. Het is niet erg gemakkelijk om met 28 graden kou te vatten. We zaten te zoeken naar de oorzaak toen iemand het woord malaria liet vallen: alle symptomen wezen op malaria!
Gelukkig voelde hij zich na een paar dagen weer beter, nog voor het nodig was om naar het ziekenhuis te gaan.

We slikken ook anti-malaria tabletten, maar dat garandeert niet dat je geen malaria oploopt. Het helpt er wel voor om de ziekte te onderdrukken.
Over die anti-malaria tabletten gesproken; Wij zitten aan de Lariam. Een berucht middel dat ook wel het paardenmiddel onder de malariapreventie wordt genoemd vanwege de velen bijwerkingen. Omdat wij een jaar beschermd moeten worden tegen malaria, was Lariam de beste optie.

De eerste maand ging goed, maar we gaan nu de eerste bijwerkingen merken. Vooral ik (Jisca) merk de gevolgen. Het begon met de vreemde dromen, of beter gezegd: nachtmerries. Nachten worden gevuld met dromen over doodskisten en dolfijnen in de meest vreemde combinatie (vraag maar niet of ik het wil uitleggen). Nog minder prettig zijn de angstaanvallen ’s nachts waardoor ik wakker schrik. Dan wordt je totaal verkrampt wakker, door pure angst. Onverklaarbaar.

Een andere bijwerking waar we beide last van hebben, is dat je tijdens te slaap niet uit lijkt te rusten. Na een lange nacht van slaap, wordt je nog niet uitgerust wakker.
Gelukkig hebben we vannacht wel goed geslapen. Vanochtend moesten we helaas alweer de volgende Lariam tablet innemen voor de komende week. Wie weet wat deze tablet ons zal brengen…???

25 juli 2007

Bericht 08 | Een kind en Aids

Voor ik over donderdag 19 juli kon schrijven, had ik tijd nodig om die dag te verwerken.

Op donderdag gaan we minstens één keer in de twee weken naar Ahero en Ombeyi. Dit zijn twee dorpjes verderop. Ahero is nog redelijk groot; het heeft een ziekenhuis en je kunt er met een matatu komen. Vanuit Ahero nemen we de boda-boda naar Ombeyi.

Toen we hier vandaag weer naar toe gingen, kreeg ik te horen dat we als eerste één van onze jongen patientjes moesten bezoeken, omdat hij er slecht aan toe is. Ik heb jullie al eerder verteld over Isaac. Op Jisca’s eerste werkdag, is ze met hem naar het ziekenhuis geweest. Isaac is ongeveer twaalf jaar, maar niemand weet met zekerheid hoe oud hij is, want hij heeft niemand die van hem houdt en voor hem zorgt. Bij zijn geboorte heeft zijn moeder hem besmet met HIV/ Aids. En vervolgens heeft ze haar eigen kind verstoten omdat hij Aids heeft. Hij woont nu bij zijn oma, maar die lijkt niet meer goed in staat om voor hem te zorgen. De enige die nog een beetje zorg voor hem draagt is onze locale vrijwilliger in Ahero.
Toen ik Isaac twee weken geleden zag, ging het weer veel beter met hem. Daarom schrok ik ook heel erg toen ik hem vandaag zag. In één week zaten zijn hele benen vol zwerende wonden. Ik besloot ’s middags terug te gaan, zodat ik zijn wonden kon verzorgen.


Verder bestond onze dag uit het bezoeken van de wezenschool in Ombeyi. Hier hebben we een ‘Choose to Wait’ les gegeven en spelletjes gedaan. Ondertussen heeft Anneke (een van onze collega’s) lesgegeven aan de vroedvrouwen van het dorp.
Volgens de Afrikaanse traditie werd er een uitgebreide (zeker voor keniaanse begrippen) lunch voor ons geserveerd. Waarbij er met een grote glimlach wordt verteld dat de kip vanochtend nog rondliep.

Daarna zijn we nog een patiënt gaan bezoeken die er heel slecht aan toe was. Gelukkig konden wij hem aan vervoer naar het ziekenhuis helpen.

’s Middags weer naar Isaac toe geweest. Hij was er echt slecht aan toe. Hij had zoveel infecties dat zijn hele benen er door opgezwollen waren en zijn ene enkel leek misvormd door een abces dat daar zat. Toen ik zijn wonden ging schoonmaken schrok ik van de hoeveelheid pus die er in een week was ontstaan en die er nu uitkwam. Wat moest die jongen een ongelofelijke pijn hebben, en wat was hij dapper!!
Ik heb onze locale vrijwilliger geleerd hoe de wonden schoongemaakt moeten worden en dat is alles wat ik kon doen.
Een week later heb ik de vrijwilliger gevraagd Isaac naar kantoor te brengen, zodat ik alle middelen had om zijn wonden te verzorgen. Het gaat nog steeds slecht. De hoeveelheid infecties die hij over zijn lichaam heeft is onbeschrijfbaar.
Het is elke keer zo moeilijk om zo’n jongen achter te laten, want het is nog een kind. Een kind dat al twaalf jaar HIV positief is, en lijdt onder allerlei weerstandsziekten. Wat gun ik hem een veilig plekje, waar hij kan opgroeien en waar hij met liefde verzorgd wordt!

Bericht 07 | Armoede vs welvaart


Team nummer twee is gearriveerd. En daarmee komen wederom twee uiterste werelden bij elkaar.
Aan de ene kant zitten de Kenianen, waarvan veel niet weten of ze die dag wel iets te eten hebben. Aan de andere kant het stereotype Amerikanen: waarvan de een nog dikker is dan de andere.

We nemen ons elk keer voor om niet generaliserend en bevooroordeeld een team te ontvangen. Maar eerlijkheid doet me bekennen dat ze vaak aan het stereotype voldoen: Ze slepen tassen vol voedsel mee om maar niet iets te hoeven missen van hun dagelijkse (junk)food.
(Denk hierbij aan: kaas, burritos, m&m's, mueslirepen, kaascrackers, chocoladekoekjes enz voor een verblijf van 1 week in Kenia). Het Keniaanse eten is niet goed genoeg en verdwijnt gemakkelijk in de vuilnisbak.

Aan de overkant van onze straat begint de sloppenwijk en daar sterven nog mensen aan gebrek aan voedsel. Terwijl hier een Amerikaan op de bank zit die onder lijkt te gaan aan zijn gewicht: hij ziet er ongelukkig en onzeker uit.

Wat een contradictie: Aan de ene kant van de straat mensen die slachtoffer zijn geworden van de armoede, aan de andere kant de slachtoffers van de welvaart.
Als je slachtoffer van de armoede bent geworden, dan kun je er vaak niet veel aan doen. Maar hebben we onszelf niet slachtoffer van de welvaart gemaakt? Hebben wij hiermee een wereld gecreëerd waarin ontevredenheid, overgewicht, individualisme en stress domineren?

16 juli 2007

Bericht 06 | Dood, leven en de toekomst.


Zoals het in de Nederlandse steden nooit stil is door het geluid van zoemende auto’s, zo is het in Kenia nooit stil door de muziek die door de straten galmt. De Matatu’s hoor je overal toeteren om de aandacht van eventuele passagiers op te eisen. Tussendoor hoor je af en toe een geit blaten of een hond blaffen en op zondag hoor je boven al deze geluiden uit de dominee’s schallen.
Ergens verderop in de straat staat al de hele week dezelfde cd op repeat zodat ik ondertussen de nummers kan dromen.

Ondertussen is Kenia een mooi decor, maar de dingen die hier zich afspelen zijn soms vreselijk. En de beelden die je ziet zijn soms meer dan je netvlies kan verdragen.

Afgelopen donderdag gingen we naar een wezenschool om met het team ‘Choose to Wait’ lessen te geven. Eenmaal daar aangekomen kregen we het verzoek om ons programma in te korten omdat een van de wezen die middag begraven zou worden. Dood is hier zo verweven met het leven. Iedereen lijkt zich erbij neer te hebben gelegd dat de gang naar een begrafenis haast elke week gemaakt moet worden, en dat het vaak een familielid of en vriend betreft.
Zo zagen we de wezen zingend richting de begrafenis lopen. Dat is typisch Kenia: dood is onderdeel van het leven, zingen is er ook een onderdeel van: een combinatie is onvermijdelijk.

Na de wezenschool ging ik een aantal patiënten bezoeken. Het blijft aangrijpend wanneer je iemand ziet die totaal uitgemergeld en uitgeleefd is door Aids. Zo’n mager vrouwtje, een en al ogen in een gezicht dat zo mager is dat het haast niet lijkt te bestaan. Langzaamaan beginnen alle ledematen dienst te weigeren. De toekomst die deze vrouw staat te wachten is verlamd op bed liggend: wachtend op de dood.

Veel Kenianen geven nog steeds de voorkeur aan sterven aan deze ziekte dan dat ze zich laten testen op Aids, want ze willen niet dat iemand erachter kan komen dat ze HIV positief zijn. Wanneer wij een patiënt bezoeken moedigen we ze altijd aan om zich zo snel mogelijk te laten testen. We respecteren het dat ze het geheim willen houden, maar stimuleren ze om het taboe van Aids te doorbreken.
Deze medicijnen werken optimaal wanneer je gebalanceerd voedsel eet. En dat is precies hoe wij onze patiënten helpen. We brengen gevarieerd voedsel en we zorgen voor de benodigde medicijnen zodat ze genoeg aansterken om zelfstandig elke maand hun Aids-remmers op te halen. Daarnaast lezen we met hen de Bijbel en bidden met ze.

Om nog meer mensen te gaan bereiken dan alleen onze vaste patiënten, heeft Jisca een supportgroep opgericht. We zijn druk bezig om te proberen of we met hulp van een andere organisatie in combinatie met onze supportgroep erin kunnen slagen dat we leningen kunnen verstrekken of een bedrijfje kunnen opzetten zodat we HIV positieve mensen structurele en vooral opbouwende hulp kunnen bieden.

Maar naast alle ellende waar je soms mee geconfronteerd wordt, is er in Kenia ook heel veel om van te genieten: de mensen en hun cultuur, de natuur en het weer!
Afrika is net een delicatesse, je moet het leren waarderen. Maar daarna kun je er geen genoeg meer van krijgen.
Om jullie hiervan mee te laten genieten hebben we wat foto’s online gezet.

09 juli 2007

Bericht 05 | Gefeliciteerd... je bent blank!

Elke dag hoor je het ene schrijnende verhaal na het andere. Zodat je jezelf op een gegeven moment afvraagt wanneer de verhalen je niet meer zullen raken.
Het is vreemd om een ‘mazungu’ te zijn. Als blanke wil iedereen wat van je: geld of hulp en anders wel een baan. En zonder overdrijving, meer dan de helft van de Kenianen heeft ook hulp nodig: 42% heeft geen toegang tot drinkwater, 87% geen sanitair, 40% is werkeloos en van de mensen die wel werken verdiend meer dan de helft onder de $1,00 per dag.
Natuurlijk willen ze hulp, eten en medicijnen van de rijke wazungu’s (blanken) die elke week met tassen eten door de sloppenwijk lopen te sjouwen. Het is pijnlijk om zoveel hulpbehoevende mensen voorbij te lopen terwijl ik naar mijn patiënten loop. Maar ik kan ze niet allemaal helpen, ik zit aan mijn maximum aan patiënten.

Soms is het wel eens heel vermoeiend als je alweer gefeliciteerd wordt met je huidskleur. Alsof blank zo anders is dan bruin; dat is toch alleen de buitenkant? Tot ik besefte dat ze gelijk hebben. Ik ben te feliciteren, want ik heb zo bijzonder veel geluk gehad dat ik in het westen geboren ben.
Ik had ook dat kindje kunnen zijn, dat is verwekt door verkrachting en dat bij de geboorte door mijn moeder HIV besmet is. Dan woonde ik in een sloppenwijk en had ik geen vader omdat deze gestorven is aan de gevolgen van Aids. Mijn moeder was elke dag dronken. En ik had geen drinkwater of geld om naar school te gaan.
Dan had ik geen toekomst...

Het is in het westen ook zo makkelijk om je inkomen en kapitaal te vergelijken met andere mensen. En dan beschouw je jezelf als net-afgestudeerde niet als rijk. Mijn verblijf in Kenia heeft me geleerd dat ik vele malen rijker ben dan ik ooit had beseft. Zo heb ik mijn hele leven een inkomen gehad waar ik ook van kon sparen. Een Keniaan kan niet sparen. Zijn inkomen is dusdanig laag dat zelfs zijn basisbehoeften niet vervuld worden.


Ik had net een gesprekje met onze guard (=bewaker/ soldaat). Hij werkt 12 uur per dag en 7 dagen per week. Dit is dus 84 uur per week. Hij vertelde dat hij Ksh 90/= per dag verdient. Dat is Ksh 7,5/= per uur wat overeenkomt met € 0,08. Daarvan onderhoudt hij zijn moeder en twee broers. Daarnaast heeft hij een vrouw en een kind en moet hij elke maand een flinke som neertellen voor de huur. En hij is pas 21 jaar.


Ons motto: ‘tijd is geld’ geldt in Kenia niet. Als wij in Nederland ergens tijd en energie in steken, dan ontvangen wij daarvoor geld. In Kenia is tijd en energie veel minder geld waard. En omdat ergens tijd in stoppen niet veel geld oplevert, hebben ze geen haast en omdat ze weinig geld hebben, doen ze alles zelf.
Vandaag resulteerde deze twee ingrediënten in een kippenslachtfestijn. De kippen werden bereid voor het team dat vanavond arriveert en dat hier een week zal bivakeren. Mijn vraag of er ook zo iets bestaat als een kant-en-klaar kipfiletje, werd met luid gelach beantwoord.

Ik denk dat als ik in Nederland mijn voorverpakte kipfilet koop, dat ik altijd terug zal denken aan die twee grote Afrikaanse vrouwen die de hele middag achter in de tuin de kip hebben staan plukken.
Hier zouden voorverpakte salades e.d. niet werken. En zeker niet als je er meer voor zou moeten betalen. Geld is hier veel meer waard dan tijd. Zo liet Arie zijn balpen perongeluk achter bij de apotheek waar hij medicijnen gehaald had. Een balpen kost Ksh 20/= wat overeenkomt met 2,5 uur werken. En omdat dat hier normaal is ging hij naar de apotheek terug om zijn balpen op te halen. Deze zijn hier in verhouding gewoon heel erg duur.

Je leert hier om dingen te waarderen.

04 juli 2007

Bericht 04 | Een klapband, CHK en het leven op straat.

Allereerst willen we jullie hartelijk bedanken voor alle giften die binnenkomen. Het is echt hartverwarmend dat zoveel mensen ons willen steunen en helpen! Heel erg bedankt hiervoor.

En dan nu het goede nieuws: Jisca’s tas is terecht! Eindelijk… We hebben er bijna twee weken op moeten wachten, maar deze week konden we hem dan echt ophalen in Kisumu. Dat ging ook wel op z’n Afrikaans: ’s Avonds werden we opgebeld dat we de tas de volgende dag op konden halen. Dus wij de volgende dag naar het vliegveld, komen we daar aan: kantoor gesloten (op een tijdstip dat deze gewoon open moest zijn). En natuurlijk niemand die weet wanneer die weer open gaat. Krijg je doodleuk te horen dat je over een uur of 5 maar terug moet komen! Maar natuurlijk blijft het belangrijkste dat mijn spullen terug zijn! Dat vergoed ook een beetje dat mijn tas niet ongehavend uit de strijd is gekomen.

Verder wennen we elke dag meer aan het leven hier. In Kenia rijden allemaal Matatu’s. Dat zijn busjes voor 14 personen. De organisatie heeft zelf ook zo’n busje, en daar hebben we nu allebei in gereden en het Afrikaanse verkeer mee getrotseerd! Dat is wat anders dan de smart (automaat!) waarin ik (Jisca) gewend was in te rijden.

Zoals al eerder geschreven was ik (Jisca) de eerste dag naar het Russia ziekenhuis geweest met een man en een jongetje (Isaac). De man heeft het helaas niet gehaald, hij is in het ziekenhuis overleden. Met Isaac gaat het erg goed. Toen ik donderdag in een dorp verderop liep, kwam hij opeens naar me toe gerend! En hij lachte!! En dat is het jongetje waarvan ik vertelde dat hij de meest verdrietige ogen had waar ik ooit in had gekeken en dat lopen al haast niet meer ging! Op het moment dat zo’n kereltje op je af komt rennen, dan weet je wel waar je het voor doet.

Soms verbazen we ons hoeveel ‘avonturen’ we hier in korte tijd kunnen beleven. Zoals bijvoorbeeld gisteravond. We hadden tot laat op kantoor gewerkt. En omdat je als blanke niet na 19.00 uur ( = als de zon onder is gegaan) naar buiten mag, zouden we met het busje naar ons huis rijden. Maar eenmaal onderweg naar huis rijdend bleek de bus opeens onhandelbaar en trilde hij bijna van zijn onderstel af. We waren gelukkig nog niet heel ver weg, dus in zijn achteruit zijn we teruggereden (niet dat we harder konden gaan dan 5 km/u) en eenmaal weer veilig op het terrein van kantoor konden we de auto inspecteren: een lekke band! En in Kenia is het echt heel donker (hier kennen ze lichtvervuiling niet) dus het vervangen van die lekke band zou pas de volgende dag kunnen. We stonden met onze bewaker (elk groot huis heeft 24 uur per dag bewaking) de auto bekijken, horen we opeens achter het huis allerlei onverklaarbare geluiden... Onze bewaker rende gelijk naar het huis toe om dekking te zoeken en probeerde te kijken waar dat geluid vandaan komt. Hij had nog net niet zijn pijl en boog gepakt! Arie was nog stoer, maar bij Jisca was de schrik er echt ingeschoten. Als ze nog 1 geluidje had gehoord dan had ze in de auto gezeten met alle deuren op slot! Maar na inspectie van Arie en de bewaker bleek dat het loos alarm was: de buren besloten midden in de nacht wat werk te gaan verrichten in de tuin ofzo.
En zo stranden we op kantoor. Nu is dat zo heel erg nog niet, want aan kantoor zitten ook twee slaapzalen, dus stapelbedden genoeg en wij zouden dus gewoon kunnen slapen deze nacht. Laat het niet toevallig juist deze nacht opeens enorm gaan stormen! De regen viel echt ‘letterlijk’ met bakken uit de hemel en het leek wel of er drie onweersbuien tegelijk waren!! Daar ging onze nachtrust...De volgende dag werden we gebeld door onze secrurity: de storm had een zendpaal omgeblazen dus de alarmknoppen doen het niet meer. Of we in geval van nood even naar een (niet nader te noemen) telefoonnummer willen bellen. Dat is echt onze ervaring van Afrika: in amper twaalf uur kun je van alles beleven! Onze werkzaamheden gaan prima. Het is wel een hele ervaring. Wij runnen nu samen Christ’s Hope Kenya, met ons tweeën leiden we het hele team van vrijwilligers. We moeten opeens allerlei management kwaliteiten gaan ontwikkelen en elke dag is een verrassing wat ons nu weer staat te wachten. Ook komt er bijna een team van 15 man hier een week werken, dus wij zijn ook druk bezig met de voorbereidingen.

Als afsluiter even een illustratie van ons leven hier: Wanneer we van kantoor naar huis lopen, komen we langs allerlei kraampjes; een gammele tafel en afdakje gemaakt van boomstammetjes. Ze verkopen voornamelijk dingen als fruit, rijst, bonen, eieren enz. Verder komt iedereen aan het einde van de dag langs de kant van de weg zitten met een hele grote pan. Met houtskool wordt dan een vuurtje gemaakt en zo frituren ze dan aardappelen, mandazi (een soort oliebol-deeg-ding) en nog een soort erwten-driehoekje. Het eten is niet zo heel gevarieerd, dus iedereen verkoopt hetzelfde. Dit is ook het enige eten dat de lokale bevolking kan betalen. We zagen laatst in een supermarkt een busje Pringles, en dat kost zo’n € 2,50, dat is dus voor een Keniaan zeker twee volle dagen werken!Verder is er op de weg soms geen plek meer voor auto’s zoveel koeien als er door de stad heen lopen! Ook de geiten zijn niet te tellen. Verder branden overal vuurtjes omdat ze hier het afval verbranden.

Over ons werk volgt hopelijk binnenkort meer, want dat is niet in een paar worden te beschrijven. Maar ik wil kort even vertellen over één van onze patiënten: Joseph. Hij heeft Aids, en een maand geleden kon hij niet eens meer zonder hulp rechtop zitten, laat staan lopen. Onze vrijwilligers hebben hem gestimuleerd om Aids-remmers te gaan nemen, en nu gaat hij trouw naar het ziekenhuis om zijn medicijnen op te halen. Ook brengen we hem elke week gevarieerd voedsel. Vandaag gingen we weer eten brengen, en dan zie je dat iemand in een maand zoveel kan opknappen: Joseph is nog wel mager en snel vermoeid, maar je zag ook aan zijn glimlach dat hij weer een leefbaar leven heeft!

Oriti! (= tot ziens)

Ps: Als u een bevestiging van uw storting wilt hebben (en wij uw emailadres nog niet hebben) kunt u die mailen naar info@beyourhand.com.