25 juli 2008

Bericht 48 | Ons inkomen genererend project was een succes!

Nog heel even een terugblik op India... Tegen het einde van ons verblijf in India was er een conferentie in het weeshuis. Deze conferentie wordt jaarlijks gehouden ter nagedachtenis van het overlijden van de jongste zoon van de directeur dr. Job. Toen hij zijn eerste zoon verloren was, is hij het weeshuis ‘Michael Job Centre’ begonnen. Beide zonen van dr. Job, Michael en John, leven niet meer, ze zijn vermoord vanwege het geloof.

De conferentie bracht een aantal Westerse gasten in het weeshuis. Dit leek ons een geschikt moment om wat extra inkomen te genereren voor het weeshuis. Hiervoor hebben we kaarten en boekenleggers ontworpen en laten afdrukken in India.
Zoals je niet anders kunt verwachten bracht dit het een en ander aan stress met zich mee. Wij hoopten die stress te voorkomen door het bestand weken voor de deadline al aan te leveren aan de drukker, zodat er ruimschoots tijd zou zijn om alles afgerond te hebben voor de conferentie. De dag voor de conferentie wilden wij de kaarten ophalen, toen kregen we simpelweg te horen dat het niet gelukt was! Dat hadden ze weken daarvoor ons ook kunnen vertellen, wij hadden nu nog maar 1 dag om de kaarten te laten afdrukken! Dit had nog wel wat voeten in aarde, maar de spreekwoordelijke bloed, zweet en tranen konden we dan eindelijk aan de kaartverkoop beginnen.
We begonnen met een kleine oplage zodat wij konden zien hoeveel interesse er voor was. Het idee is dat het weeshuis kaarten blijft verkopen zodat ze zelf een klein beetje inkomen kan genereren. Tot onze grote vreugde waren onze kaarten een gewild object en in 1,5 uur waren alle 600 kaarten en veel van de boekenleggers verkocht!!

Van dit geld worden nu slippers gekocht voor de meiden in het weeshuis.
En het heeft meer geld opgeleverd dan verwacht, van de rest van het geld kunnen wij de medicijnvoorraad en de First-Aid-Box weer aanvullen!


19 juli 2008

Bericht 47 | De dood heeft weer een slachtoffer opgeëist

Zelfs nu we bij ons derde project zitten blijven we ons verbonden voelen met de andere projecten. En zo hoorde wij vorige week dat een van Jisca’s jonge patientjes die zij in Kenia verzorgd heeft, is overleden.

Het was het jongetje waar ik (Jisca) over schreef in Bericht 08 (25 juli 2007). Ik denk dat hij net 13 geworden is. De eerste keer dat ik hem zag, zag hij er terneergeslagen uit en gaf hij haast geen respons. Zijn benen waren enorm opgezwollen door onderhuidse ontstekingen en hij had een enorm abces bij zijn enkel. Ik heb toen gezien dat door middel van een warmtekompres (een warme handdoek om zijn been waardoor de huid week werd en het pus eruit droop) en wekenlang wondzorg voldoende was om alle wonden te laten verdwijnen. De laatste keer dat ik Isaac zag kwam hij nog op me af rennen!

Toen ik het bericht van zijn dood hoorde werd ik heel stil. In India werden wij hier minder mee geconfronteerd. Het feit dat de meisjes in het weeshuis woonden, betekende dat ze gered waren van de dood. Maar door de dood van Isaac besefte ik me weer hoe dicht leven en dood zich bij elkaar kunnen bevinden in deze landen.

17 juli 2008

Bericht 46 | Een uitzichtloze situatie...?!


Na wat wij gezien hebben in Afrika en India is Thailand (en dan bedoel ik eigenlijk alleen Bangkok, want verder hebben we nog niets van Thailand gezien) bijzonder westers. Wij zijn ook aangenaam verrast te zien hoe goed de overheid zorg draagt voor de Thaise inwoners die niet voor zichzelf kunnen zorgen.

Wij zullen de maand juli hier in Thailand vrijwilligerswerk doen. Het project bevindt zich in één van die overheidsopvanghuizen van Bangkok. De focus van dit overheidsproject richt zich op gehandicapte jongens en mannen. Deze zijn zowel fysiek als mentaal gehandicapt. Er wonen meer dan 600 jongens in dit tehuis. Ook is er een tehuis voor meisjes met zo’n 600 inwoners. De meeste van de kinderen zijn wees, verstoten door hun ouders of de ouders hebben niet voldoende inkomen om de zorg van hun minder valide kind op zich te nemen.

In het jongenstehuis zit een kleine organisatie die samenwerkt met de Thaise overheid. Aan het hoofd van deze organisatie zit Dorothy, een Canadese vrijwilliger die al 11 jaar in Thailand woont. Wij zullen voor deze organisatie werken tijdens ons verblijf hier. Ze kunnen onze hulp goed gebruiken bij het herstructureren van de financiële administratie en wij zullen het vervolgens overzetten naar een officieel boekhoudprogramma.

De eerste indruk van het tehuis is dat er goed voor de kinderen wordt gezorgd, ze hebben mooie huisvesting en er lijkt voldoende materiaal aanwezig om de kinderen te trainen.
Aan de andere kant was ik gechoqueerd toen ik nadacht over de uitzichtloze situatie die de jongens daar hebben. De kans om ooit uit het tehuis is komen is erg klein. De jongens die hier wonen zijn zeer ernstig gehandicapt.

Ik kan niet in woorden omschrijven wat je ziet en hoe het voelt als je over een zaal loopt waar 60 zeer gehandicapte jongens en mannen verblijven. Vergroeiingen zoals ik ze hier in het tehuis heb gezien, heb ik nog nooit in ons luxueuze westen gezien. Ik ben bang dat als ik een poging doe te omschrijven hoe erg de jongens er aan toe zijn, ik ze niet in hun waarde laat. Sommigen zijn zo erg vergroeid dat de herkenbare elementen van een menselijk lichaam haast niet meer aanwezig zijn. Zij liggen de hele dag naar het plafond te staren.

Gelukkig zijn ze er niet allemaal zo slecht aan toe. Met een paar jongens (die nog relatief gezien veel kunnen) hebben wij een ochtend doorgebracht in een ‘sensory room’ waar ze veilig kunnen spelen en al hun zintuigen geprikkeld worden. Het was heerlijk om te zien hoe ze kunnen genieten van een ballenbak, kussens en gekleurde lampen! Wat hebben zij een talent om te genieten van de kleine dingen. Ik heb nog nooit een bredere glimlach gezien en een blik van intens geluk. Alles wat ze nodig hebben is aandacht en het besef dat ze volwaardig mens zijn, ondanks de beperkingen die ze mee hebben gekregen bij de geboorte.

Bericht 45 | Woonsituatie: appartement, 11e verdieping, te Bangkok


Vanuit ons appartementje (11 hoog) in Bangkok, Thailand schrijf ik dit weblog bericht. Klinkt idyllisch toch? Ik besef me dat als ik zulke dingen schrijf, het helpt om vrijwilligerswerk te idealiseren. Toch vonden we het appartement minder idyllisch toen wij net aankwamen. Het appartement was zo vies als je alleen in Azië kunt verwachten en het bed is zo hard dat je haast beter met een Thais matje op de grond kan slapen.

Maar… we raken gewend. En we genieten volop van de vrijheid die deze stad ons bied. Tot 9 uur ’s avonds kunnen wij hier veilig rondlopen! Wat een luxe na Kenia waar we elke avond moesten haasten om voor het donker binnen te zijn. Op een steenworp afstand ligt hier een groot westers winkelcentrum. Wat een opluchting om in alle vrijheid te kunnen winkelen, na het project in India waar wij weinig buiten de deur kwamen.

Wij wilden jullie even laten meegenieten van alle mooie uitzichten die de stad Bangkok ons biedt. Het regenseizoen maakt dit uitzicht alleen nog maar bijzonderder.




15 juli 2008

Bericht 44 | Een enerverende reis

Na een intens afscheid en een korte vliegreis, kwamen wij aan in Bombay. Deze stad is meer voor het rijkere deel van India. Het best bekend is deze stad om zijn filmindustrie, wat ook wel ‘Bollywood’ wordt genoemd. Wij zijn dan ook 6 keer gevraagd om te figureren in een film. Daar hadden we (helaas) geen tijd voor. Wij hadden dan ook andere vragen aan ons hoofd: Zouden onze terugvluchttickets verzet kunnen worden? Zouden we op tijd een visum voor India kunnen krijgen?

Vliegtickets
Onze terugvlucht stond aanvankelijk gepland voor eind september. Maar aangezien wij graag naar Thailand wilden om een project te bezoeken en wij ook nog graag iets langer wilden werken in Indonesië besloten wij de tickets te verzetten. Toen wij bij het kantoor in Bombay aankwamen met het verzoek de tickets te verzetten naar januari, kregen wij te horen dat alles die maand al volgeboekt is! Een half jaar van te voren zijn alle vluchten al vol…
We kregen twee opties: Hopen dat iemand zijn ticket annuleert voor eind september of anders hadden we geen keuze dan eind september naar Nederland te vliegen. Dit laatste zou betekenen dat het project in Indonesië niet door zou gaan! Met dit bericht konden we vertrekken. En zo stonden we toch wel een beetje beduusd op straat. We hebben ons de vraag gesteld: willen wij de kans lopen om het project te moeten mislopen, of zullen we de keuze maken om korter naar de projecten in Thailand en Indonesië te gaan? We besloten tot de laatste optie. Wij dus weer terug naar het kantoor. Tot onze grote verrassing was er nog een vlucht beschikbaar op 29 december. Op 30 december 2008 zetten wij weer voet op Nederlandse bodem. Ons project in Indonesië wordt ruim een maand verkort, maar we zijn heel blij dat wij nu in ieder geval zeker weten dat het door zal gaan!

Visum
Dezelfde dag dat wij de tickets moesten verzetten, hadden wij een tweede missie: een visum regelen voor het project in Thailand! Na eindeloze wachtrijen en papieren vol invulwerk waren wij eindelijk aan de beurt. Om vervolgens te horen te krijgen dat wij eigenlijk niet in aanmerking komen voor een visum! En dit had twee redenen: Ten eerste konden wij geen vliegtickets laten zien die aangeven wanneer wij Thailand zullen verlaten. Dit komt omdat wij over land van Bangkok naar Kuala Lumpur willen reizen. Daarnaast moesten wij bewijzen dat wij voldoende geld hebben om in Thailand te kunnen verblijven. Dit konden wij bewijzen door middel van travellercheques (hebben we niet!) of een kopie van onze creditcard. Wij kozen voor de kopie van de creditcard. (Voor iedereen die zich zorgen maakt: natuurlijk hebben we de nummers weggekrast zodat ze niet uitgebreid kunnen gaan ‘internet-shoppen’ met onze kaart!) Toen ontstond probleem nummer twee: Arie en ik gebruiken dezelfde creditcard. Dat kon het consulaat niet accepteren. Dit zou betekenen dat maar 1 van ons een visum kon krijgen! Wij vertelden nog dat wij getrouwd zijn, maar helaas konden wij dat niet bewijzen omdat dit nog niet in onze paspoorten vermeld staat! Tja, toen zat er niets anders op dan een zeer beleefde, met een smekende ondertoon, brief te sturen naar de Thaise ambassade in Delhi.
We waren de volgende dag dan ook aangenaam verrast te zien dat er weer een nieuw visum een bladzijde in onze paspoorten vulde! Thailand here we come!

Goodbye India! Of toch niet?!
We waren blij toen we Bombay na 4 dagen konden verlaten, want accommodatie is in deze immense stad (16 miljoen inwoners) vrij duur. Zo kwamen wij in een kleine hotelkamer terecht waar letterlijk net een tweepersoonsbed in paste, daarna was de kamer vol. Aan een zijde van het bed was er nauwelijks 40 cm loopruimte over, aan de andere kant stond het bed tegen de muur. De kakkerlakken liepen er in ruim vertegenwoordigd rond en helaas dus ook in ons bed!

Rond middennacht zou onze vlucht vertrekken richting Bangkok. Wij besloten ruim op tijd weg te gaan. Helaas kwamen we in een enorme file terecht. Uiteindelijk zaten we dan ook stuiterend op de achterbank, want we kwamen een uur later op het vliegveld aan dan gepland. Gehaast renden wij de vertrekhal in, maar het was ons totaal onduidelijk waar wij naar toe moesten gaan! Tot drie keer toe werden wij de verkeerde kant op gestuurd. Wij kregen het ondertussen steeds benauwder, want we waren al zo laat. Na drie keer de vertrekhal op en neer te hebben gerend werden we eindelijk de goede kant op gewezen. Tot onze schrik kregen we daarbij de mededeling: “Ren snel! De counter is al gesloten!”
En bij de counter aangekomen kregen wij hetzelfde te horen: “Je bent te laat!”
We snapten er niets van! Het zou nog meer dan een uur duren voor de vlucht zou vertrekken, dat moesten wij toch nog wel kunnen halen? Toen we te horen kregen dat de vlucht binnen een half uur zou vertrekken, snapten wij er al helemaal niets meer van, op ons ticket stond echt een andere tijd! Zo bleek dat de tijd op ons ticket incorrect was! We hebben nog gedaan wat we konden en we hebben gesmeekt tot we een ons wogen, maar ze waren onverbiddelijk. We moesten maar naar de manager gaan… En daar legden we de hele situatie weer uit, van de incorrecte tijd op het ticket en de vertraging door de file. Het was een bijzonder vriendelijke man die gelijk actie ondernam. Met zijn telefoon aan zijn ene oor en een walkietalkie aan zijn andere oor begon hij druk gegevens in te voeren in de computer. Tientallen nummers en codes rolden voorbij terwijl hij probeerde om ons nog op de vlucht te krijgen. Hoe hard de vriendelijke manager ook probeerde zijn inspanningen mochten niet baten, aan de andere kant van de lijn zat duidelijk een minder vriendelijk exemplaar die liet weten dat wij geweigerd werden. De vlucht zou zonder ons vertrekken!

Nog één laatste optie?
Er was nog 1 optie die wij konden proberen; met een andere vliegtuigmaatschappij mee die een uur later van dezelfde luchthaven zou vertrekken.
Helaas was het niet eenvoudig om de manager van deze maatschappij te vinden. Eigenlijk was het een te grappig gezicht hoe Arie en ik als gekken (kippen-zonder-kop is ook een goede benaming) door de luchthaven renden. Of beter gezegd: een poging deden tot rennen. We waren zo bepakt en bezakt dat de bagage ons rennen vertraagde tot een hobbelige draf. En weer werden we telkens verkeerd gestuurd. Stond ik eindelijk in een kantoor bij een manager mijn verhaal te doen (in hoeverre me lukte, want ik stond helemaal uit te hijgen!) bleek ik in het verkeerde kantoor te zijn en stond ik de verkeerde manager over te halen om ons mee te nemen op zijn vlucht! We werden weer de andere kant opgestuurd en daarna weer een andere kant. We werden steeds wanhopiger: zouden we de manager nog op tijd vinden voor ook deze vlucht zou sluiten? Elk personeelslid klampten we aan met de vraag waar we die specifieke counter en manager zouden kunnen vinden. En eindelijk… iemand wist ons de goede richting op te sturen. Helemaal gestrest en verhit deden we ook daar ons verhaal. Tot onze grote verbazing zette hij ons gelijk stand-by. De hele vlucht was volgeboekt, maar in 10 minuten zou hij ons kunnen vertellen of iemand niet op kwam dagen en dan mochten wij in hun plaats gaan! Het waren 10 spannende minuten. Iedereen die zich nog kwam inchecken voor deze vlucht kon ik wel weg kijken, want dat betekende weer een zitplaats minder. Maar na 10 minuten kreeg ik opeens twee boarding-passen in mijn hand gedrukt: we mochten mee!

We moesten zo snel mogelijk de immigratie en de beveiliging door. Zoals altijd moest Arie weer zijn tas openmaken. Een statief in je handbagage roept blijkbaar altijd vragen op! Bij het doorzoeken moest Arie nog 4 batterijen afgeven, maar we mochten door!

Afgelopen dagen hebben we vaak gedacht dat er iets tussen de projecten zou komen en dat het niet door zou gaan, maar gelukkig is alles goed uitgepakt en ‘we are still in the race’…

Op naar onze volgende uitdaging!!

12 juli 2008

Bericht 43 | Over een heftig afscheid vol tranen en met vele afscheidsbrieven

Aanloop tot het afscheid
Het afscheid in het Michael Job Centre was een afscheid dat dagen duurde. Elk gesprekje dat wij met een kind hadden kwam uit op: ‘Wanneer ga je weg? Maar je mag helemaal niet weg, je moet blijven! Wanneer kom je dan terug?’ In de laatste dagen was het een drukte van belang rond onze tafel als wij aan het eten waren. Tientallen kinderen leken -zo lang het nog kon- onze aandacht te willen vragen.
Allerlei scenario’s werden bedacht om ons in het weeshuis te houden. Het beste leek het de kinderen om ons op te sluiten op onze kamer. Het eten zouden ze dan wel via het raam geven…

Rouwen
Er was één meisje die er bijzonder veel moeite mee had dat wij weg zouden gaan. Zij woonde nog maar minder dan een jaar in het weeshuis en was nog niet gewend aan het komen en gaan van de buitenlandse vrijwilligers. Zij was aan ons gehecht geraakt alsof wij altijd zouden blijven. Een week voor vertrek begon zij letterlijk met rouwen: Zij stopte met eten, barste soms in huilen uit en kon over niets anders meer praten dan ons vertrek. Elke dag schreef zij ons minstens één afscheidsbrief.

Afronden werkzaamheden
Ik had niet door dat zij zo gehecht aan ons was geraakt. Wij waren eigenlijk altijd heel erg druk met onze werkzaamheden. Deze waren voornamelijk ‘achter de schermen’ en we waren dus lang niet elke dag intensief met de meiden bezig. Zeker de laatste weken waren hectisch met het afronden van onze taken. Juist die weken viel de stroom dagelijks voor 4 uur uit, waardoor wij niet op de computer konden werken en het steeds moeilijker werd om onze planning en afronding te volbrengen. Dit resulteerde in 12-urige werkdagen en vrije tijd was een unicum geworden. Ondanks een paar fikse tegenvallers met de database lukte het ons toch nog op de dag van vertrek om 6.00 uur de laatste hand aan ons werk te leggen.

Liefde
Ik (Jisca) had al die maanden niet door hoe sterk ik zelf gehecht was geraakt aan de kinderen. Hoe dol ik was geworden op hen; van de schatjes tot de ondeugden. Al eerder die week had ik een afscheidsspeech gehouden. Toen ik -midden in de speech- de kinderen vertelde dat ik ze zal missen omdat ik zoveel van ze houdt, begonnen ze spontaan te klappen, ondanks dat mijn speech nog niet eens was afgerond. Nog nooit had ik me zo sterk gerealiseerd hoe sterk ze hunkeren naar liefde, zelfs als deze liefde verbaal wordt geuit betekend dit heel veel voor ze!

De dag van het afscheid
Toen kwam de dag van het afscheid. Onze tassen moesten nog gepakt worden, maar het was haast een onmogelijke taak. De hele dag liepen de kinderen in groten getale in en uit onze kamer. Allemaal kwamen ze een afscheidsbrief brengen. De een nog mooier dan de ander. De briefjes hebben ons echt ontroerd. We hadden niet door dat wij zoveel mochten betekenen voor de kinderen. Aan het einde van de dag hadden we meer dan 175 brieven (ik schat dat het definitieve aantal oploopt tot over de 200) en hadden we een paar prachtige posters gekregen die de kinderen voor ons hadden gemaakt. Meer dan 1,5 kilo aan onroerende afscheidswoorden en tekeningen die hun waardering liet zien! Zelfs terwijl ze haast geen persoonlijke bezittingen hebben kregen wij nog allerlei cadeautjes toegestopt: van armbanden en haarspeldjes tot een notitieboekje en een landkaart van Thailand! Ik heb nog een poging gedaan om ze allemaal terug te schrijven, maar na 60 briefjes moest ik afhaken…

De tranen…
Op de dag van het afscheid werd er verwacht dat ik weer een afscheidswoord zou houden, maar er kwam geen woord meer uit! Toen ik naar die 326 paar afwachtende ogen keek, wist ik dat er een deel van mij achter zou blijven in dit weeshuis. En daar, voor die grote groep kinderen, huilde ik.
Er schoot een ouderwets liedje door mijn hoofd: ‘Everytime we say goodbye, I die a little’. Nu weet ik uit ervaring wat er met de tekst bedoeld wordt. Nu weet ik hoe het voelt als er een deel van je sterft bij het afscheid nemen.

Toen wij die avond weggingen stonden ze ons bijna allemaal op te wachten. En terwijl we richting de poort liepen kwamen die honderden kinderen op ons af gelopen om ons te begeleiden naar de auto. Sommige huilden, of ze nu 4, 8, 14 of 18 jaar oud waren. Zo hebben ze ons uitgezwaaid.

Dankbaar
Wij zijn heel dankbaar dat wij door dit grootse afscheid mogen realiseren hoeveel wij voor hen hebben mogen betekenen. Wij zullen ze nooit vergeten.
Dit alles heeft ons beide hart geraakt. Als ik mijn ogen sluit zie ik weer die honderden kinderen op me af komen lopen om afscheid te nemen. Bijna rollen weer de tranen over mijn wangen. Toch voel ik me ook gelukkig, want ik weet dat ik iets heb mogen betekenen en ik weet dat ze mijn liefde gevoeld hebben. Dan rest mij dankbaarheid dat wij hier gebracht zijn.

Hopefully this is not…
The end