17 juli 2008

Bericht 46 | Een uitzichtloze situatie...?!


Na wat wij gezien hebben in Afrika en India is Thailand (en dan bedoel ik eigenlijk alleen Bangkok, want verder hebben we nog niets van Thailand gezien) bijzonder westers. Wij zijn ook aangenaam verrast te zien hoe goed de overheid zorg draagt voor de Thaise inwoners die niet voor zichzelf kunnen zorgen.

Wij zullen de maand juli hier in Thailand vrijwilligerswerk doen. Het project bevindt zich in één van die overheidsopvanghuizen van Bangkok. De focus van dit overheidsproject richt zich op gehandicapte jongens en mannen. Deze zijn zowel fysiek als mentaal gehandicapt. Er wonen meer dan 600 jongens in dit tehuis. Ook is er een tehuis voor meisjes met zo’n 600 inwoners. De meeste van de kinderen zijn wees, verstoten door hun ouders of de ouders hebben niet voldoende inkomen om de zorg van hun minder valide kind op zich te nemen.

In het jongenstehuis zit een kleine organisatie die samenwerkt met de Thaise overheid. Aan het hoofd van deze organisatie zit Dorothy, een Canadese vrijwilliger die al 11 jaar in Thailand woont. Wij zullen voor deze organisatie werken tijdens ons verblijf hier. Ze kunnen onze hulp goed gebruiken bij het herstructureren van de financiële administratie en wij zullen het vervolgens overzetten naar een officieel boekhoudprogramma.

De eerste indruk van het tehuis is dat er goed voor de kinderen wordt gezorgd, ze hebben mooie huisvesting en er lijkt voldoende materiaal aanwezig om de kinderen te trainen.
Aan de andere kant was ik gechoqueerd toen ik nadacht over de uitzichtloze situatie die de jongens daar hebben. De kans om ooit uit het tehuis is komen is erg klein. De jongens die hier wonen zijn zeer ernstig gehandicapt.

Ik kan niet in woorden omschrijven wat je ziet en hoe het voelt als je over een zaal loopt waar 60 zeer gehandicapte jongens en mannen verblijven. Vergroeiingen zoals ik ze hier in het tehuis heb gezien, heb ik nog nooit in ons luxueuze westen gezien. Ik ben bang dat als ik een poging doe te omschrijven hoe erg de jongens er aan toe zijn, ik ze niet in hun waarde laat. Sommigen zijn zo erg vergroeid dat de herkenbare elementen van een menselijk lichaam haast niet meer aanwezig zijn. Zij liggen de hele dag naar het plafond te staren.

Gelukkig zijn ze er niet allemaal zo slecht aan toe. Met een paar jongens (die nog relatief gezien veel kunnen) hebben wij een ochtend doorgebracht in een ‘sensory room’ waar ze veilig kunnen spelen en al hun zintuigen geprikkeld worden. Het was heerlijk om te zien hoe ze kunnen genieten van een ballenbak, kussens en gekleurde lampen! Wat hebben zij een talent om te genieten van de kleine dingen. Ik heb nog nooit een bredere glimlach gezien en een blik van intens geluk. Alles wat ze nodig hebben is aandacht en het besef dat ze volwaardig mens zijn, ondanks de beperkingen die ze mee hebben gekregen bij de geboorte.