12 juli 2008

Bericht 43 | Over een heftig afscheid vol tranen en met vele afscheidsbrieven

Aanloop tot het afscheid
Het afscheid in het Michael Job Centre was een afscheid dat dagen duurde. Elk gesprekje dat wij met een kind hadden kwam uit op: ‘Wanneer ga je weg? Maar je mag helemaal niet weg, je moet blijven! Wanneer kom je dan terug?’ In de laatste dagen was het een drukte van belang rond onze tafel als wij aan het eten waren. Tientallen kinderen leken -zo lang het nog kon- onze aandacht te willen vragen.
Allerlei scenario’s werden bedacht om ons in het weeshuis te houden. Het beste leek het de kinderen om ons op te sluiten op onze kamer. Het eten zouden ze dan wel via het raam geven…

Rouwen
Er was één meisje die er bijzonder veel moeite mee had dat wij weg zouden gaan. Zij woonde nog maar minder dan een jaar in het weeshuis en was nog niet gewend aan het komen en gaan van de buitenlandse vrijwilligers. Zij was aan ons gehecht geraakt alsof wij altijd zouden blijven. Een week voor vertrek begon zij letterlijk met rouwen: Zij stopte met eten, barste soms in huilen uit en kon over niets anders meer praten dan ons vertrek. Elke dag schreef zij ons minstens één afscheidsbrief.

Afronden werkzaamheden
Ik had niet door dat zij zo gehecht aan ons was geraakt. Wij waren eigenlijk altijd heel erg druk met onze werkzaamheden. Deze waren voornamelijk ‘achter de schermen’ en we waren dus lang niet elke dag intensief met de meiden bezig. Zeker de laatste weken waren hectisch met het afronden van onze taken. Juist die weken viel de stroom dagelijks voor 4 uur uit, waardoor wij niet op de computer konden werken en het steeds moeilijker werd om onze planning en afronding te volbrengen. Dit resulteerde in 12-urige werkdagen en vrije tijd was een unicum geworden. Ondanks een paar fikse tegenvallers met de database lukte het ons toch nog op de dag van vertrek om 6.00 uur de laatste hand aan ons werk te leggen.

Liefde
Ik (Jisca) had al die maanden niet door hoe sterk ik zelf gehecht was geraakt aan de kinderen. Hoe dol ik was geworden op hen; van de schatjes tot de ondeugden. Al eerder die week had ik een afscheidsspeech gehouden. Toen ik -midden in de speech- de kinderen vertelde dat ik ze zal missen omdat ik zoveel van ze houdt, begonnen ze spontaan te klappen, ondanks dat mijn speech nog niet eens was afgerond. Nog nooit had ik me zo sterk gerealiseerd hoe sterk ze hunkeren naar liefde, zelfs als deze liefde verbaal wordt geuit betekend dit heel veel voor ze!

De dag van het afscheid
Toen kwam de dag van het afscheid. Onze tassen moesten nog gepakt worden, maar het was haast een onmogelijke taak. De hele dag liepen de kinderen in groten getale in en uit onze kamer. Allemaal kwamen ze een afscheidsbrief brengen. De een nog mooier dan de ander. De briefjes hebben ons echt ontroerd. We hadden niet door dat wij zoveel mochten betekenen voor de kinderen. Aan het einde van de dag hadden we meer dan 175 brieven (ik schat dat het definitieve aantal oploopt tot over de 200) en hadden we een paar prachtige posters gekregen die de kinderen voor ons hadden gemaakt. Meer dan 1,5 kilo aan onroerende afscheidswoorden en tekeningen die hun waardering liet zien! Zelfs terwijl ze haast geen persoonlijke bezittingen hebben kregen wij nog allerlei cadeautjes toegestopt: van armbanden en haarspeldjes tot een notitieboekje en een landkaart van Thailand! Ik heb nog een poging gedaan om ze allemaal terug te schrijven, maar na 60 briefjes moest ik afhaken…

De tranen…
Op de dag van het afscheid werd er verwacht dat ik weer een afscheidswoord zou houden, maar er kwam geen woord meer uit! Toen ik naar die 326 paar afwachtende ogen keek, wist ik dat er een deel van mij achter zou blijven in dit weeshuis. En daar, voor die grote groep kinderen, huilde ik.
Er schoot een ouderwets liedje door mijn hoofd: ‘Everytime we say goodbye, I die a little’. Nu weet ik uit ervaring wat er met de tekst bedoeld wordt. Nu weet ik hoe het voelt als er een deel van je sterft bij het afscheid nemen.

Toen wij die avond weggingen stonden ze ons bijna allemaal op te wachten. En terwijl we richting de poort liepen kwamen die honderden kinderen op ons af gelopen om ons te begeleiden naar de auto. Sommige huilden, of ze nu 4, 8, 14 of 18 jaar oud waren. Zo hebben ze ons uitgezwaaid.

Dankbaar
Wij zijn heel dankbaar dat wij door dit grootse afscheid mogen realiseren hoeveel wij voor hen hebben mogen betekenen. Wij zullen ze nooit vergeten.
Dit alles heeft ons beide hart geraakt. Als ik mijn ogen sluit zie ik weer die honderden kinderen op me af komen lopen om afscheid te nemen. Bijna rollen weer de tranen over mijn wangen. Toch voel ik me ook gelukkig, want ik weet dat ik iets heb mogen betekenen en ik weet dat ze mijn liefde gevoeld hebben. Dan rest mij dankbaarheid dat wij hier gebracht zijn.

Hopefully this is not…
The end